De vijf Zuid-Afrikaanse romans die je volgens Lien Botha gelezen moet hebben
Varia door Jochen De Vos
/ Illustratie: Jonathan De Vos
Leestijd:
Wanneer je aan Zuid-Afrikaanse literatuur denkt, kom je al snel uit bij de naam van J.M. Coetzee. Twee andere auteurs die misschien een belletje doen rinkelen, zijn André Brink en Nadine Gordimer. Maar welke Zuid-Afrikaanse auteurs en romans zijn daarnaast ook het ontdekken en lezen waard? En als je één boek uit het oeuvre van J.M. Coetzee wil lezen, welk boek lees je dan het best? We vroegen het aan Lien Botha, van wie onlangs haar debuutroman Wonderboom in het Nederlands verscheen.
In Wonderboom moet het hoofdpersonage Magriet Vos vluchten. Ze is violiste en woont in een post-apocalyptisch Zuid-Afrika dat op de rand van de chaos staat. Magriet speelt geregeld voor de West-Kaapse tiran Albino X. Ze vreest dat ze haar leven niet zeker is als Albino X haar toenemende geheugenverlies ontdekt. Ze vertrekt in het geheim naar haar geboorteplaats, vijftienhonderd kilometer naar het noorden. Vos wil naar haar roots, voordat ze vergeet wie ze is. Haar leven kent ze dankzij haar dagboek en foto’s, die ze als een kostbare schat in haar vioolkist bewaart. En door de vage herinneringen die bepaalde plekken of landschappen oproepen.
Lien Botha (Gauteng, 1961) maakte eerder naam als kunstenaar, fotograaf en curator. Ze nam deel aan talloze internationale tentoonstellingen en haar werk is opgenomen in diverse collecties. Daarnaast werkte ze als persfotograaf voor Beeld en leverde ze op regelmatige basis bijdragen over kunst en literatuur aan verschillende kranten en tijdschriften, waaronder Die Burgeren LitNet. Haar debuutroman Wonderboom werd bekroond met de Jan Rabie Rapport Prize en de Eugène Marais Prize. Voor Karakters cureerde ze nu een lijst met daarin de vijf boeken van Zuid-Afrikaanse auteurs die je zeker gelezen moet hebben. Wie niet genoeg kan krijgen van Zuid-Afrikaanse literatuur, kan zich wenden tot het beknopte overzicht de Zuid-Afrikaanse letteren van onze redactie.
Wilma Stöckenstrom, De expeditie naar de baobab (In 2017 verschenen bij Manuzio in een vertaling van Gerrit de Blaauw)
Deze lyrische fabel draait rond een naamloze slavin die de laatste fase van haar leven doorbrengt in een holle baobabboom ergens in Afrika. Daar is ze terechtgekomen na een mislukte expeditie waarvan ze de enige overlevende is. Wat deze novelle zo speciaal maakt, is dat het erin slaagt de ingebeelde stem van de machtelozen in koloniale relaties hoorbaar te maken. Daarnaast is de tekst van een uitzonderlijke kwaliteit en getuigt het door ongebruikelijke zinsstructuren ook hoe buigzaam de Afrikaanse taal is. Niemand minder dan J.M. Coetzee verzorgde overigens de Engelse vertaling van het boek.
J.M. Coetzee, Wereld en wandel van Michael K (In 2006 verschenen bij Cossee in een vertaling van Peter Bergsma)
In het broze hart van Zuid-Afrika, te midden van een burgeroorlog, speelt zich het verhaal af van de jonge tuinman Michael K, die een onmogelijk reis plant om zijn oude en zieke moeder, Anna, terug te brengen naar haar geboortedorp. Zijn reis begint in een leeggelopen Sea Point en kronkelt gevaarlijk naar het kale Karoo-landschap van Prins Albert. Onderweg daarnaartoe sterft Anna echter, wat ervoor zorgt dat Michael eenzaam achterblijft in een vijandige en turbulente wereld waar confrontaties met guerrilla’s en andere beproevingen onvermijdelijk zijn. Door deze confrontaties worden zijn pogingen om te leven als een vrije man die in alle vrede zijn eigen voedsel verbouwt, keer op keer ondermijnd. Michael wordt genoodzaakt zijn overlevingsinstinct aan te spreken. Een essentieel boek uit het oeuvre van Coetzee.
Eben Venter, Horrelpoot (Verscheen vooralsnog niet in het Nederlands)
Marlouw en zijn zus Heleen leiden een ogenschijnlijk zorgeloos leven als Zuid-Afrikaanse expats in Australië. Maar op een regenachtige avond belt Heleen naar Marlouw met het verzoek haar zoon Koert te gaan halen ‘uit daardie donnerse land’. De manke Marlouw ziet deze missie als een bepaling van het lot. In de voetsporen van Marlow, de verteller in Joseph Conrad’s Hart der duisternis (1899), vertrekt hij met tegenzin naar zijn voorouderlijk land, dat in puin ligt en gebukt gaat onder het geweld van de oorlogvoerende groeperingen. Aangekomen in Zuid-Afrika begint Marlouw aan de levensveranderende zoektocht naar Koert, die volgens de geruchten op de oude familieboerderij leeft en daar als de Koning van het Vlees een machtig rijk voor zichzelf opbouwde. Het surrealistische verhaal dat volgt, neemt de lezer mee op een apocalyptische reis.
Een Nederlandse vertaling van Horrelpoot bestaat (nog) niet. Er verschenen wel andere werken van Eben Venter waaronder Ik stamel ik sterf bij Singel Uitgeverijen in een vertaling van Riet De Jong-Goossens.
Ingrid Winterbach, Het boek van toeval en toeverlaat (Verscheen bij Cossee in 2008 in een vertaling van Riet de Jong-Goossens)
“Meditating on the shells is one way of centering myself and lowering my levels of anxiety. These shells are a source of infinite beauty and wonder to me. I can rely on their beauty to divert me from vexation and discontent.” Zo denkt Helena Verbloem, een lexicograaf en romanschrijver, over haar dierbare en bijzondere schelpencollectie. In het natuurhistorisch museum in Durban werkt de Zuid-Afrikaanse Helena samen met de geleerde Theo Verwey aan zijn project waarvoor ze samen verdwenen en in onbruik geraakte Afrikaanse woorden catalogiseren. Wanneer Helena’s geliefde schelpen uit haar appartement worden gestolen en de politie weinig initiatief toont de zaak op te lossen, is ze vastbesloten om de antwoorden zelf te vinden. Haar zoektocht raakt verstrengeld met het taalconservatieproject en de andere medewerkers van het museum, die stuk voor stuk een verborgen agenda lijken te hebben. Deze bijna filosofische roman van ongewone wendingen getuigt van Winterbachs kennis, maar wordt tegelijk doorboord met zijn scherpe humor. Dat alles ingebed in een verhaal over onconventionele opvattingen over verlies.
Etienne van Heerden, Die wêreld van Charlie Oeng (Verscheen nog niet in het Nederlands)
Hoe hou ik me staande? Ik ben vergeten / vanwaar ik kom en waarheen ik snel, / ik ben door veel lichamen bezeten, / een harde doorn en een vluchtende gazel.
Dit vers uit Ingeborg Bachmanns Tijd in Onderpand (1988) resoneert in Etienne van Heerdens meest recente roman over de buitengewone reis van Tian Kilian, de verteller van het verhaal. De ouders van Tian Kilian zijn in november 1964 voor zijn ogen vermoord, op de avond van het vuurwerk op Slootplaas. Op zoek naar de ziel van de moordenaar van zijn ouders, Charlie Oeng, alias Koekenpan, alias Gelatenheid, alias Chinees, reist Kilian van Amsterdam tot Kowloon. Zo verbindt het verhaal de geschiedenis van de Oostkaap in de jaren zestig en de omstandigheden van de Chinese (migranten-)gemeenschap in Amsterdam in de jaren dertig. Het parallelle leven van Kilian en Oeng is de rode draad in het verhaal, vervlochten met andere verhaallijnen en uitgebreide achtergrondbeschrijvingen. De veelheid aan archetypen in het oeuvre van Van Heerden wordt in stand gehouden door Jenny May, Ouma Voetjies, Ouma Ogies, Cor van Gogh, Sy, Miss Latsky, de moeder en vader. Feit en fictie gaan hand in hand in de betoverende en schrijnende bundeling van Chinese mythologie, filosofische standpunten en magisch realisme, die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
In tegenstelling tot In de plaats van liefde (2006), vertaald door Robert Dorsman 30 nachten in Amsterdam (2011) en Klimtol (2014), beiden vertaald door vertaald door Karina van Santen en Martine Vosmaer, verscheen Die wêreld van Charlie Oeng nog niet in het Nederlands.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief, blijf op de hoogte en win de mooiste boeken
Je ontvangt tweewekelijks een mail met de nieuwste artikelen, relevante boekentips en exclusieve winacties
Meer lijstjes zoals dit lijstje van Lien Botha bekijken?
We publiceerden ook een overzicht met de leukste katten uit de literatuur. Als er één dier is dat de literaire pagina’s niet schuwt, maar zich er arrogant bovenop neervlijt en er parmantig doorheen wandelt, is het wel de kat. Japanse verhalen en katten zijn uiteraard onafscheidelijk, maar ook de Nederlandse literatuur zit er vol mee. In het overzicht onder andere aandacht voor de kat uit Kafka op het strand van Haruki Murakami en de duivelse kater uit De Meester en Margharita van Michail Boelgakov.
We maakten ook een overzicht van de mooiste kinderboeken die volwassenen nog steeds kunnen bekoren: van het recente Lampje van de Nederlandse Annet Schaap tot Boy van de werelberoemde schrijver Roald Dahl dat verscheen in 1984, maar nog steeds gelezen wordt door jong en oud.
Drie keer per jaar maken we een overzicht met de tien boeken waar we op dat moment het meest naar uitkijken. En ook al zijn de boeken intussen misschien al verschenen, het blijven uiteraard boekentips. In dit overzicht vertellen we je bijvoorbeeld waarom je De poort van Soseki Natsume moet lezen en Kleine handen van Andrés Barba.
Afsluitend nog een aantal lijstjes samengesteld door auteurs. We vroegen Nelleke Noordervliet naar haar vijf favoriete historische romans, Basje Boer naar vijf boeken die je volgens haar gelezen moet hebben waar films en acteurs een hoofdrol in spelen en Asis Aynan naar vijf boeken van schrijvers met een Berberachtergrond.
Wonderboom van Lien Botha verscheen bij het charmante Zirimiri Press. Andere auteurs die uitgegeven worden door deze onafhankelijke uitgeverij zijn onder anderen Egon Hostovský, Senel Paz en Tomoka Shibasaki.