In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw was Hugo Raes een belangrijke literaire stem, die met zijn vernieuwende romans en fantastische verhalen een frisse wind door de Nederlandstalige letteren liet waaien. In plaats van de platgetreden paden te betreden, begaf Hugo zich graag op onbekend terrein: hij schreef fragmentarische, door herinneringen en gedachtespinsels vertroebelde teksten die door lezers en critici gesmaakt werden. In zijn literatuur zocht hij graag de grenzen op, altijd naar iets nieuw en baldadig. Hij introduceerde literaire sciencefiction in Vlaanderen en schreef graag erotisch. Tot zijn vriendenkring behoorden internationale auteurs als Jerzy Kosinski en Anaïs Nin. We schreven een portret over zijn werk en leven.
De Portugese schrijver en dichter Fernando Pessoa is naast fado wellicht het bekendste culturele exportproduct van Portugal. Hoewel Pessoa reeds tijdens zijn leven een bekend figuur was binnen het Portugese literaire milieu, verscheen zijn bekendste werk, Boek der rusteloosheid, pas decennia na zijn dood. Daarnaast staat Pessoa vandaag vooral bekend om zijn gebruik van heteroniemen, een vorm van literaire alter ego’s met elk een eigen schrijfstijl en levensvisie. Iemand die niet vertrouwd is met het werk van Pessoa, zal daarom waarschijnlijk niet vermoeden dat de verschillende teksten die hij schreef allemaal het werk zijn van één zelfde persoon. Wie dieper graaft, ziet in die diversiteit een schrijver die op zoek is naar wie hij is en iedereen die hij zou kunnen zijn. We schreven een portret over het leven en werk van de beroemde Portugese dichter-schrijver.
De impact van Het bittere kruid (1957) van de Nederlandse schrijfster Marga Minco valt niet te onderschatten. We zouden zelfs kunnen stellen dat haar debuutroman voor een kentering zorgde in de manier waarop de Jodenvervolging als thema in de Nederlandse literatuur behandeld werd. Op zijn minst is het een aangrijpend relaas over het tragische lot van een Joodse familie in Nederland, die wat ons betreft een plaats in de literaire canon verdient en vandaag misschien wel meer dan ooit in de leeslijst van elke middelbare school zou moeten staan. We schreven een omvangrijk portret over haar leven en natuurlijk Het bittere kruid.
‘Madame Bovary, c’est moi’ is ongetwijfeld Gustave Flauberts beroemdste citaat. Toch zou hij deze woorden nooit geschreven hebben. Ze komen alleszins nergens voor in zijn manuscripten, noch in zijn correspondentie. Misschien heeft hij deze zin wel uitgesproken, maar verba volant scripta manent: van het gesproken woord kan je geen bewijs leveren. Sommigen beweren dat Flaubert met deze woorden de speculaties over zijn hoofdpersonage in Madame Bovary wilde weerleggen. Na de publicatie van zijn roman werd hij immers overspoeld met brieven van lezeressen die zichzelf beweerden te herkennen in de onbegrepen Emma Bovary. Een verklaring die dichter bij de waarheid aanleunt, is dat Flaubert deze zin zou hebben geuit in het bijzijn van zijn correspondente Amélie Bosquet. Vals of niet, het citaat schept hoe dan ook geen helder beeld van de auteur achter Madame Bovary. Als deze woorden ons iets kunnen bijbrengen, is het misschien wel de vraag: wie was Gustave Flaubert dan wél?
Bij veel lezers gaat er niet direct een belletje rinkelen als de naam Nagieb Mahfoez valt, al klingelt er waarschijnlijk al iets meer dan in 1988, wanneer de schrijver schijnbaar uit het niets wordt onderscheiden met de Nobelprijs. Zoals de Volkskrant het typerend opschrijft tijdens een kleine vertaalwoede die daarop volgt: ‘Ieder krantenartikel, radioprogramma of televisiedocumentaire over de Egyptische schrijver Nagieb Mahfoez begint met de even obligate als onvermijdelijke constatering dat tot vorig jaar oktober, toen hem de Nobelprijs voor literatuur werd toegekend, vrijwel niemand in West-Europa ooit van hem had gehoord. Bij dezen dus.’ We schreven een uitgebreid portret over zijn werk en leven en gingen in gesprek met kenner Dina Heshmat.
Wie houdt van spelen met de taal, is bij de Franse schrijver Georges Perec (1936-1982) aan het juiste adres. Zo schreef Perec met ’t Manco (La disparition, 1969) een virtuoze roman waarin de letter ‘e’ volledig afwezig is en met Les revenentes (1972, nog niet naar het Nederlands vertaald) een roman waarin de letter ‘e’ de enige gebruikte klinker is. Daarnaast heeft Georges Perec ook een palindroom van 1.247 woorden op zijn naam staan. Toch zou het verkeerd zijn de romans van Perec als louter spel af te doen. Perecs leven werd namelijk gekenmerkt door een grote tragedie die ook in zijn schrijverschap sterk doorwerkte. Een portret van een van de belangrijkste Franse schrijvers van de afgelopen eeuw.
Laad meer artikelen