Zoek binnen Karakters
Present

Zolobet

350% tot 1500 EUR + 150 FS

NU SPELEN

Portret: Roberto Arlt

Achtergrond

“Men zegt van mij dat ik slecht schrijf. Dat zou kunnen. Maar zonder enige moeite zou ik talloze namen kunnen noemen van mensen die goed schrijven, maar alleen gelezen worden door hun correcte familieleden.”

Naam
Roberto Arlt

Nationaliteit
Argentijns

Geboortedag
26 april 1900

Sterfdag
26 juli 1942

Belangrijkste werken
De zeven gekken en De vlammenwerpers

Roberto Arlt oogstte niet veel lof als schrijver tijdens zijn leven, maar hij was wel een beroemd journalist. Hij schreef columns voor de krant El Mundo en die waren zo populair en men zegt dat de krant een dubbele oplage voorzag op de dag dat er een stuk van Arlt verscheen.

De achtste gek

Na de publicatie van De zeven gekken (1929) staat Roberto Arlt bekend als de ‘achtste gek’. Uit die laatdunkende uitdrukking blijkt dat de literaire wereld van de jaren twintig niet wist wat ze moest aanvangen met het bijzondere proza van Arlt. Het gekonkel van buitenissige personages, het grove, vaak foutieve taalgebruik en het bloedige revolutionaire geweld vallen niet in de smaak bij tijdgenoten. Enkele jaren later wordt Arlt echter opnieuw opgepikt en geprezen om zijn durf. Hij trad buiten de grenzen van de toenmalige literatuurconventies en bovendien leverde hij met De zeven gekken een profetische roman af. Het lijkt een schets van wat Argentinië te wachten staat aan militaire coups en dictators. Maar wie was Roberto Arlt? Hoe moeten we zijn werk positioneren in de Zuid-Amerikaanse letteren? Waar haalde hij inspiratie voor zijn romans? Is hij de cultschrijver die we denken dat Arlt is? We gaan op zoek naar de Argentijnse schrijver Roberto Arlt en zijn zeven gekken.

Tekst: Anna Jacobs
Illustraties: Maarten Streefland

Naar de grote stad: het leven van Roberto Arlt

In het begin van de twintigste eeuw zet Argentinië de poorten open voor migratie om de uitgestrekte leegte van het gigantische land op te vullen. Tegelijkertijd voert het land een grootschalige industrialisering en intensivering van de landbouw door. Toch zijn de migranten genoodzaakt om naar de steden te trekken, omdat grootgrondbezitters het platteland netjes onder de elite hebben verdeeld. De kleine havenstad Buenos Aires, de hoofdstad van Argentinië, groeit in een mum van tijd uit tot een dichtbevolkte miljoenenstad. Het gros van de inwijkelingen komt uit Europa, zoals ook de ouders van Roberto Arlt. De vader van Arlt is een deserteur uit het Pruisische leger en zijn uiterst religieuze moeder is afkomstig uit de arme middenklasse van Italië. In Argentinië hopen ze een beter leven op te bouwen en krijgen ze een zoon: Roberto Emilio Gofredo Arlt.

Onder invloed van die grootschalige veranderingen kent Argentinië een periode van economische welvaart. Toch is er van het verhoopte grootstedelijke Europese ideaal, met brede boulevards zoals in Parijs of Londen, weinig te merken. Buenos Aires is een snelkookpan waar al gauw te veel mensen leven op een te kleine oppervlakte en met te weinig werkgelegenheid. Zo ontstaat een verarmde en ontgoochelde middenklasse. Ook de ouders van Arlt zien hun grote dromen niet in vervulling gaan. Zijn vader, gebukt onder die teleurstelling, zou gedurende Arlts kinderjaren bijna geen woord gesproken hebben. Later geeft zijn moeder toe dat de jongen een ongelukkige jeugd heeft gehad door de afwezigheid van zijn vader. Volgens haar is dat de reden waarom er zo veel ‘beklemming’ zit in de latere verhalen van de schrijver.

Toch brengt de grote stad niet enkel leed. Arlt verlaat op zijn zestiende zijn ouderlijk huis en trekt het bruisende Buenos Aires in. De schoolverlater rijgt in Buenos Aires verschillende slechtbetaalde baantjes aaneen: als mecanicien, als blikslager of als havenarbeider. Hij vindt een toevlucht in de stad, niet in de ongure milieus, maar in de vele boekenwinkels. Als jongen is hij al geobsedeerd door literatuur en krabbelt fantastische verhalen over draken en piraten neer. Op zijn negende wordt hij van school gestuurd omdat hij een verhaal voor zijn lerares zou hebben geschreven met daarin allerlei oneerbare voorstellen en onfatsoenlijke praat.

De jonge autodidact, die zichzelf de knepen van het schrijversvak leert, vindt in zijn twintigerjaren een baan als journalist bij het sensatieblad Crítica. Als misdaadverslaggever komt hij in contact met de criminele wereld die een grote en blijvende indruk op hem maakt. Op dat moment is Argentinië een land van criminaliteit, geweld en weelderige misdaadnetwerken die volledig lijken te ontsnappen aan politie en justitie. De onderbuik van Buenos Aires wordt zijn broekzak. Hij leert de wereld van smokkelaars, slavenhandelaars, pooiers en gokpaleizen kennen. Kennis die hij naar hartenlust uitbuit in zijn verhalen.

Later gaat Arlt aan de slag bij El Mundo waar hij een rubriek met ‘Aguafuertes porteñas’ (‘Schetsen uit Buenos Aires’) verzorgt. Hij schrijft tragikomische portretten van de porteño’s, de inwoners van Buenos Aires, en hij tekent zwierige scènes uit de grootstad op. De Aguafuertes zijn razend populair en er wordt gezegd dat de krant haar oplage moet verdubbelen op de dagen dat Arlts rubriek verschijnt. Het succes dat hij kent als journalist staat in contrast met de afwezigheid van erkenning als schrijver. Hij leeft van zijn journalistieke publicaties, maar schrijft ook vier romans, waarvan de tweede en de derde – De zeven gekken en De vlammenwerpers – bij elkaar horen, en twee verhalenbundels. De reacties op zijn literair werk blijven lauw. Zijn romans en verhalen zullen pas postuum de lauweren krijgen die ze verdienen. Hij blijft journalist tot aan zijn dood in 1942.


Monsterlijke koppen: over De zeven gekken en de personages van Arlt

De personages van Roberto Arlt zijn net als hij porteño’s uit de belabberde middenklasse. Eerder dan Parijse dandy’s, zijn het aan lagerwal geraakte figuren met monsterlijke koppen en bedenkelijke beroepsactiviteiten. De wereld van zijn tweede roman, De zeven gekken, is bevolkt door prostituees, pooiers, gokverslaafden en fraudeurs. Het hoofdpersonage Remo Erdosain sluit zich ook aan bij het Geheim Genootschap, een allegaar van gedesoriënteerde middenklassers die uit gebrek aan toekomstperspectief een crimineel verbond smeden. Het Geheim Genootschap wil een revolutie ontketenen en steunt op de goddeloosheid van de gedesillusioneerde Argentijn in de zwellende steden. De leider van de revolutionaire beweging stelt voor om een ‘gloednieuwe leugen’ uit te vinden om de oude, ineengezakte leugen te vervangen.

Naast de economische malaise, heerst er namelijk ook een klimaat van ongeloof in grote idealen en religieuze zekerheden na de gruwel van de Eerste Wereldoorlog. De portenõ beweegt zich ondoelmatig en wars van een moreel kader door de hectische stad. Een van de monsterlijke koppen die wél trouw blijft aan oude idealen, is de apotheker en gokverslaafde Ergueta. Hij stort zich op de Bijbel, die hij naar de letter probeert na te leven, en komt zelfs Jezus tegen. De Man van Nazareth spreekt hem toe in het gesticht waar Ergueta uiteindelijk belandt. Het is nog maar de vraag of Arlt wil dat de ontredderde porteño wel een voorbeeld neemt aan de gestoorde apotheker. Misschien bedoelt de schrijver eerder: wie een toevlucht zoekt in oude idealen, is gedoemd om te mislukken.

Arlt tracht in zijn eigen leven ook een oplossing te vinden voor het verlies van een morele leidraad, die hij als kind in een strenge, godsdienstige opvoeding vond, maar gaandeweg verloor. Hij interesseert zich voor spiritualiteit en theosofische en esoterische traktaten. Maar net zoals de porteño’s wordt ook hij teleurgesteld. Zijn pogingen om bij groepen van ingewijden te geraken, vallen tegen. Hij ziet dat geestelijken, naast dogma’s prediken en contact maken met ‘het hogere’, zich voornamelijk bezighouden met intern gehakketak en achterklap. Een gelijkaardige gang van zaken treft hij aan in politieke bewegingen.

Remo Erdosain, hoofdpersonage van De zeven gekken, probeert eveneens het hoofd boven water te houden in de chaos van de groeiende stad. Al in het begin van de roman vreest hij voor het ‘spanningsgebied’ dat boven hem hangt. Het is een drukkende, grauwe dreiging die over de stad zweeft. Zonder echte bezigheid moddert hij maar wat aan. Toch is hij bang voor de banaliteit van het leven en zoekt hij manieren om aan de doelloosheid te ontsnappen. Hij wordt uitvinder en hoopt bekendheid te vergaren met de uitvinding van een hondenververij, laddervrije panty’s, en de koperen roos, zijn pronkstuk.

Remo is niet gezegend door het leven. Zijn werkgevers beschuldigen hem van diefstal en later ontdekt hij dat hij verraden is door zijn vriend en neef Barsut. Hij bevindt zich ook in een seksuele impasse: hij koestert puriteinse idealen en heeft seksuele angsten. Zo kruipt hij tijdens zijn eerste huwelijksnacht met kleren en al in bed en durft hij zijn vrouw, uit eerbied voor haar schoonheid, niet aan te raken. Ondertussen bezoekt hij wel naar hartenlust prostituees en bordelen. Zijn relatie loopt op de klippen en zijn vrouw gaat ervandoor met een kapitein, waarna Remo opgejaagd wordt door dromen en fantasieën over vrijpartijen tussen hen.

Hoewel we sympathie hebben voor Erdosain, die werkelijk begaan lijkt met het lot van de prostituees die hij bezoekt of zelfs de minnaar van zijn vrouw een warm hart toedraagt, wekt hij ook afschuw op. We betrappen hem op afgunst en hij draagt haat jegens wie succesvoller is dan hij. Op zoek naar identiteit en bevestiging, sluit Erdosain zich aan bij het Geheim Genootschap, dat broedt op sinistere plannen. Gedreven door wraak op zijn neef Barsut, die succesvoller is dan hij en hem bovendien verraden heeft, kan enkel een criminele daad Erdosain de bevestiging schenken waar hij naar zoekt. Uiteindelijk is geweld een emanciperend middel om aan de ketting van afwijzing en vernedering te ontsnappen.

De vroegste vernedering die Remo zich herinnert, zijn de dreigementen van zijn vader die hem ’s avonds aankondigt dat hij hem de volgende dag zal slaan. Die gruwelijke manier van straffen is volgens biografen gebaseerd op Arlts eigen jeugd. Ook de tegenstrijdigheden die het personage van Erdosain structureren, zouden gebaseerd zijn op Arlts eigen persoonlijkheid. Enerzijds is Arlt gedreven door verwondering, anderzijds is hij cynisch en anticonformistisch. Net als Erdosain heeft hij een fascinatie voor natuurkunde en technologie en ziet hij daarin de toekomst. Evenzeer worstelt hij met een existentiële leegte, een angst voor routine, een afschuw voor de banaliteit van het bestaan. Arlt kan zeer gevoelig zijn, zo moet hij huilen bij het lezen van een misdrijf in de krant, en vreselijk brutaal, wanneer hij besluit om amok te maken in het theater, te roepen naar prostituees of in het gezicht te spuwen van een portier. Volgens Mia Arlt, de dochter van de schrijver, is Arlt Remo en is Remo Arlt: een zoekend personage, een vat vol tegenstellingen, een man getekend door vernedering.

Het zijn niet enkel analisten en familieleden die beweren dat de schrijver inspiratie uit zijn eigen leven put. Arlt dikt de vermoedens zelf aan: tijdens een interview in La literatura argentina noemt hij zijn personages ‘stukken van zichzelf’ en in een brief aan zijn zus beweert hij dat het onmogelijk is dat de pijn die Erdosain voelt puur fictief is. ‘Zo’n hevige pijn kan niet verzonnen zijn’. Tegelijkertijd vindt Arlt het onzin dat lezers dubbelgangers zoeken in zijn personages, want ze belichamen net alles wat hij niet kan waarmaken. Het zijn vertegenwoordigers van zijn verlangens, dromen en fantasieën.


De uitvinder van de Argentijnse stadsroman: welke plaats heeft het werk van Arlt in de Zuid-Amerikaanse letteren?

De verwarring en gekrenktheid van Roberto Arlt hebben wellicht ook te maken met de weinige erkenning voor zijn werk. Hoe lovend de kritiek is na Arlts dood, hoe neerbuigend ze is voor zijn magere beheersing van de taal tijdens zijn leven. Als migrantenzoon uit een Duitstalig gezin, met een scholing die niet verder reikt dan het derde leerjaar, is hij het Spaans niet machtig. Aan zijn journalistiek werk moet uren gesleuteld worden alvorens het voor publicatie vatbaar is. Zijn manuscripten, waar niet veel belangstelling voor is, worden zonder al te veel nazicht gedrukt en uitgegeven. Toch getuigen vrienden van Arlt over zijn teugelloze schrijfdrang: hij moet schrijven, het is een kwestie van leven of dood. Hij ziet het schrijverschap als zijn enige mogelijke lotsbestemming en hij is gekwetst door de opmerkingen over zijn slechte stijl. Bij het voorwoord van zijn derde roman voegt hij een verontschuldiging die de criticasters meteen ook op hun plaats zet: ‘Men zegt van mij dat ik slecht schrijf. Dat zou kunnen. Maar zonder enige moeite zou ik talloze namen kunnen noemen van mensen die goed schrijven, maar alleen gelezen worden door hun correcte familieleden.’

Pas na zijn dood wordt Arlt de uitvinder van de Argentijnse stadsroman genoemd: hij plaatst de kronkelende stegen en bruisende drukte van de stad op de voorgrond in een tijdperk waar vooral de plattelandsroman populair is. Tijdens de groeiende interesse voor schrijvers als Louis-Ferdinand Céline en Jean Genet, later in de twintigste eeuw, wenden literatuurcritici de blik terug naar Arlt. Nog voor die twee Franse auteurs verheft hij de taal van de straat tot literair middel om de meerstemmigheid van de grote stad te vatten en geeft hij uitdrukking aan de schimmige hoeken van de samenleving. Arlt zal een invloed hebben op andere grote auteurs zoals Ernesto Sábato, Manuel Puig en Juan Carlos Onetti.

Onetti erkent het belang van Arlt voor zijn schrijverschap, want hij was meer dan een literair voorbeeld voor hem. In de tijd dat Arlt bij El Mundo werkt, ontmoet hij de elf jaar jongere Onetti, meer zelfs: lanceert hem als schrijver. De journalist krijgt een manuscript van de jonge Onetti en beweert terstond dat hij de beste roman van het jaar in handen heeft. Je zou kunnen zeggen dat Onetti hem een wederdienst biedt: hij draagt bij aan de postume (her)lancering van de schrijver.

Onetti wijst op de genialiteit waarmee Arlt zijn personages componeert en ziet een link met de Boze geesten van Fjodor Dostojevski, waar ook zoekende, wankelende personages een revolutionair verbond stichten. En inderdaad: Arlts literaire interesse ging uit naar de Dostojevski, maar ook naar Charles Baudelaire – van wie we eerder enkele brieven publiceerden –, die hij zijn geestelijke vader noemt. Baudelaire bezingt de eenzaamheid in het expanderende Parijs op het einde van de negentiende eeuw. Arlt beschrijft hetzelfde holle gevoel, maar dan in Buenos Aires. Een andere inspiratiebron voor zijn proza is de klagende tangolyriek die in zwang geraakt rond de eeuwwisseling en die de muzikale uiting is van de grootstedelijke leegte.


Zweven tussen Florida en Boeda: over de stijl van Roberto Arlt

Ondanks de zwartgalligheid die op de voorgrond komt in De zeven gekken, kent Argentinië tussen 1915 en 1930 een periode van artistieke bloei. De literaire wereld van Argentinië floreert. Tijdens die ‘mythische jaren’ ontstaan literaire tijdschriften, clubs en cafés en is er plaats voor voordracht in theaters en op radio. Dat klimaat vormt het toneel voor twee literaire bewegingen die geregeld met elkaar overhoopliggen: Florida en Boedo. De eerste is genoemd naar een welgestelde wijk in Buenos Aires en is een Europees geïnspireerde, avant-gardistische groep schrijvers die zich voornamelijk met poëzie bezighouden. De beweging Boedo produceert dan weer voornamelijk sociaal-realistisch proza en verzamelt schrijvers van lagere komaf. Ze nemen de naam van een arbeiderswijk en scharen zich achter anarchistische, communistische en socialistische idealen. Volgens Florida, zelf voorstander van humor, spel en satire, is Boedo te politiek, te veel bezig met inhoud en te weinig fijnzinnig in de vorm. De leden van Florida drijven voornamelijk de spot met hun literaire opponenten, door bijvoorbeeld voor de nog levende schrijvers van de Boedo-groep puntige grafschriften te schrijven. Arlt is qua literatuuropvatting en stijl meer Florida, al leunen zijn thema’s meer aan bij Boedo. Zelf spreekt hij zich niet uit over zijn voorkeuren qua literaire groepering. Ondanks de vijandigheid, is er ook een zekere permeabiliteit tussen beiden kampen en schrijvers uit tegengestelde groepen erkennen elkaars verdiensten of schrijven in elkaars bladen.

Arlt zweeft tussen Florida en Boeda, zijn stijl is moeilijk vast te pinnen. In De zeven gekke ligt de realistische tendens in de bordeelscènes, de smerige pensions en de beschrijving van verarmde winkeliers en achtergestelde families. Terwijl het werk ook een impressionistische toets draagt: Erdosain heeft verontrustende visioenen, dagdroombeelden en hallucinaties, waarbij de hete adem van de krankzinnigheid in zijn nek wasemt. Zijn taal speelt met licht en donker, met fel en dof, met kleur. Arlt schetst personages, plaatsen en sferen met kubussen, cilinders, ruiten, vlakken en verticalen. Ook die kenmerken doen denken aan een modernistisch kunstwerk.

Arlt is duidelijk gefascineerd door snelheid en dat merk je aan de vorm van zijn roman: De zeven gekken is een lange biecht van het hoofdpersonage bij een verteller-commentator, die het relaas van Remo af en toe onderbreekt om zelf opmerkingen te geven of bedenkingen te formuleren in voetnoten. De getuigenis bestaat uit korte hoofdstukjes, telkens snelle bezoeken, bij verschillende figuren op verscheidene plaatsen, met daartussen zwerftochten waarin Erdosain zijn innerlijk gemijmer blootlegt. Het lijkt een nerveuze, snelle trek door Buenos Aires. De tekst is geritmeerd door dialogen en monologen, hevig gesticulerende personages en hier en daar een commentaar die doet denken aan een regieaanwijzing. Ze verhogen het tempo van het verhaal, maar verwijzen ook naar Arlts andere passie: het theater. De laatste jaren van zijn leven legt Arlt zich toe op het toneel, onder andere bij het Teatro del Pueblo, het volkstheater.


Een modernist in een laboratorium: wat de romans van Roberto Arlt uniek maakt

In zijn roman goochelt Roberto Artl met termen uit de elektriciteit en de bewegingsleer, hij beschrijft treinstellen, wolkenkrabbers, werktuigen en machines met de precisie van een ingenieur. De fascinatie voor wetenschap en techniek lijkt ook aan de grondslag te liggen van het Geheime Genootschap waar Erdosain zich aan verbindt. Het Genootschap wordt aangevoerd door de Astroloog, een demagoog met dictatoriale trekken, en heeft leden zoals de ‘Melancholieke Pooier’ en de ‘Goudzoeker’. Samen met enkele andere excentrieke personages vormen zij de Zeven Gekken. Erdosain moet het hoofd worden van de industriële zaken binnen de nieuwe orde die het Genootschap wil stichten. De economische inrichting zal steunen op de exploitatie van goudmijnen, waar de Goudzoeker hen naartoe zal leiden, en de vernuftige (en tot dan toe onbestaande) uitvindingen van Erdosain, zoals de koperen roos. De kern van hun revolutionaire plan blijft onduidelijk, maar de Astroloog is uit op een soort industriële omwenteling van het land en vooral op winst. Hij wil grof geld en doelt zeker niet op de oprechte redding van een dolgedraaide maatschappij. Het liefste wil hij de nieuwe orde opleggen met harde hand en ideeën over massavernietigingswapens rollen over de tongen van de genoten.

Arlt is een modernist en dat is af te leiden uit zijn voorliefde voor uitvindingen en het moderne Buenos Aires met wolkenkrabbers en treinen. Hij prijst nieuwe, ingenieuze constructies waardoor De zeven gekken soms een futuristische ode aan de vooruitgang lijkt. Het futurisme is een Europese avant-gardebeweging met een voorliefde voor blitse snelheid en technologisch vernuft. De futuristen verheffen agressie en daadkracht tot kunstvormen en sommigen van hen gaan zelfs een alliantie aan met het fascistische regime van Mussolini in Italië, dat ook vooruitgang en vooral geweld als pijlers heeft. De leden van het Geheime Genootschap dwepen eveneens met de Italiaanse dictator. Er schuilt dus ook gevaar in het verheerlijken van snelheid, industrie en vooruitgang. Arlt erkent die schaduwkant: hij hemelt niet ieder aspect op van de modernisering. Zo hunkeren sommige personage naar een vervlogen tijd zonder stadsdrukte, zonder lawaaierige snelheid en zonder ideologische onzekerheid. De gewelddadige en revolutionaire demagogie van de Astroloog lijkt een karikatuur van een overdreven hang naar modernisering en versnelling: te grotesk om au sérieux te nemen.

De samenhang is ver te zoeken in het revolutionaire plan dat de Astroloog preekt. Hij is van plan om fascistische en bolsjewistische propagandasymbolen te gebruiken en meent dat de revolutionairen zich moeten groeperen naar voorbeeld van de Ku Klux Klan in de Verenigde Staten. Het geheel zal worden gefinancierd door een netwerk van bordelen onder toezicht van de Melancholieke Pooier, maar eerst dienen ze het startkapitaal te vergaren door het ontvoeren, afpersen en vermoorden van Barsut. De Astroloog wil dat zijn revolutionaire soep royaal gekruid is met verkrachtingen, plunderingen, machtsvertoon en executies, want ‘wat is een revolutie nou zonder executies?’. Hoe wreed de retoriek van de Astroloog ook moge klinken, in werkelijkheid is het hele plan van bij de eerste stap een klucht. De ontvoering van Barsut is een geklungel en de leden van het Geheim Genootschap spreken elkaar tegen. De revolutie die de leider voorstelt, is gebaseerd op bedrog, nonsens en onrealistische plannen. Doorheen de hutsepot van idealen, symbolen, economische modellen en radicale ideeën schemert een bitter cynisme en ongeloof in een positieve revolutie voor Argentinië.

Arlt laat het niet na om in de verf te zetten dat hij met De zeven gekken een visionair werk heeft geschreven. In 1930, een jaar na de publicatie van de roman, pleegt de generaal Uriburu een staatsgreep. In de roman horen we het personage de Majoor in een vlammend discours pleiten voor een militaire coup. In een later toegevoegde noot wordt de aandacht gevestigd op de gelijkenis tussen het betoog van de Majoor en dat van de coupplegers uit 1930. Pas met het aanbreken van het Perónregime in 1944, krijgt een groot publiek postuum interesse in Arlts profetische gaven. Natuurlijk heeft hij niet toevallig de exacte loop van de Argentijnse geschiedenis uit z’n mouw geschut, maar de dictaturen die het land zal kennen, hebben wel iets weg van de revolutionaire beweging met onsamenhangende idealen en een gewelddadige retoriek die de Astroloog voor ogen heeft.

Veeleer dan een handboek voor de Argentijnse revolutie, is De zeven gekken een ‘laboratorium’, met Arlt en Erdosain als uitvinders, om verschillende elementen bijeen te brengen: de problemen van de Argentijnse maatschappij van de jaren twintig (grootstedelijke malaise, verarmde middenklasse van immigranten, plotse technologische vooruitgang) en het miezerige bestaan van een individu, verstoken van vaderliefde, zonder opleiding en gekweld door een existentiële leegte. Die elementen tezamen leiden tot een gedachte-experiment waarbij volgende vraag centraal staat: waartoe is een verloren individu, samen met andere verloren individuen, in staat in het Argentinië van de jaren twintig en dertig? Er zijn wezenlijke verschillen tussen de gewenste revolutie van de zeven gekken en de regimes die volgen na de Argentijnse bloeiperiode, maar toch zit Arlt er niet zo ver van. Net zoals het intrinsiek goede van Erdosain begint te wankelen en zelfs kapseist in de richting van het onmenselijk kwade, lijkt De zeven gekken de duistere toekomst van het bruisende, maar wankelende Argentinië aan te kondigen.


Meer weten over Roberto Arlt of op zoek naar leestips binnen de Zuid-Amerikaanse letteren?

Zowel De zeven gekken als De vlammenwerpers zullen binnenkort opnieuw verschijnen bij onze eigen uitgeverij Karakters. Beide romans worden hertaald door Mariolein Sebartu Belacortu, een referentie wanneer het aankomt op vertaalde Zuid-Amerikaanse literatuur. Belacortu vertaalde eerder ook werken van onder anderen Jorge Luis Borges en Nobelprijswinnaars Mario Vargas Llosa en Gabriel Garcia Marquez.

Wie nog meer te weten wil komen over het werk en leven van Roberto Arlt, en specifiek over de personages die hij opvoert in zijn romans, verwijzen we graag door naar dit artikel dat Bzzlletin in 1994 publiceerde.

Wie door het lezen van dit portret van Roberto Arlt geïnteresseerd is geraakt in de Argentijnse literatuur, en op zoek is naar andere Argentijnse schrijvers, raden we om te beginnen het werk van Jorge Luis Borges aan. Zijn bekendste werk is de verhalenbundel De Aleph. Eerder publiceerden we een uitgebreid portret van Jorge Luis Borges. Andere Argentijnse schrijvers die heus op je leeslijst mogen staan, zijn: Adolfo Bioy Casares, César Aira, Ernesto Sábato en Silvina Ocampo van wie je absoluut Vergeten reis moet lezen.

Andere grote Zuid-Amerikaanse schrijvers zijn de Chileense dichter en Nobelprijswinnaar Pablo Neruda die onder andere geroemd wordt voor zijn liefdessonnetten. Andere grootheden binnen de Chileense literatuur zijn Roberto Bolaño en Gabriela Mistral. Van de nieuwe generatie schrijvers, is Alejandro Zambra een aanrader. Van zijn hand verscheen onlangs Bijna een vader. Eerder gingen we ook met Alejandro Zambra in gesprek.

Recent worden in ons taalgebied veel Braziliaanse schrijvers herontdekt met als paradepaardje ongetwijfeld Clarice Lispector. Op ons platform vind je een uitgebreid portret over haar leven en werk terug. Haar boeken zijn te bestellen via de onafhankelijke boekhandel Buchbar zoals Het uur van de ster en Mijn lievelingen.