Portret: Gustave Flaubert
Achtergrond
‘Madame Bovary, c’est moi.’
‘Madame Bovary, c’est moi’ is ongetwijfeld Gustave Flauberts beroemdste citaat. Toch zou hij deze woorden nooit geschreven hebben. Ze komen alleszins nergens voor in zijn manuscripten, noch in zijn correspondentie. Misschien heeft hij deze zin wel uitgesproken, maar verba volant scripta manent: van het gesproken woord kan je geen bewijs leveren. Sommigen beweren dat Flaubert met deze woorden de speculaties over zijn hoofdpersonage in Madame Bovary wilde weerleggen. Na de publicatie van zijn roman werd hij immers overspoeld met brieven van lezeressen die zichzelf beweerden te herkennen in de onbegrepen Emma Bovary. Een verklaring die dichter bij de waarheid aanleunt, is dat Flaubert deze zin zou hebben geuit in het bijzijn van zijn correspondente Amélie Bosquet. Vals of niet, het citaat schept hoe dan ook geen helder beeld van de auteur achter Madame Bovary. Als deze woorden ons iets kunnen bijbrengen, is het misschien wel de vraag: wie was Gustave Flaubert dan wél?
Eerst onbekend, dan omstreden, vervolgens geprezen: Gustave Flaubert legde een behoorlijk parcours af voor hij de auteursfaam verwierf die we vandaag evident vinden. Flaubert le précurseur, zoals Nathalie Sarraute hem noemde, was een voorbeeld voor talloze auteurs, van Franz Kafka en Samuel Beckett tot Claude Simon en Roland Barthes. Vladimir Nabokov was ervan overtuigd dat het oeuvre van Marcel Proust of James Joyce zonder de invloed van Flaubert niet tot stand had kunnen komen. Ook beeldende kunstenaars zoals Auguste Rodin en Vincent Van Gogh waren grote bewonderaars van Flauberts werk. Zelf vertoefde de romanschrijver graag in het gezelschap van gerenommeerde auteurs, waaronder George Sand, Émile Zola en Ivan Toergenjev. Na de publicatie van Madame Bovary merkte de ene lezer na de andere stilaan de grootsheid van Flauberts werk op. Een van die aandachtige lezers was de realistische schrijver Henry James, die Flaubert the novelist’s novelist noemde. Hij voorspelde dat Madame Bovary een glorieuze toekomst te wachten stond – en bleek gelijk te hebben.