Portret: Connie Palmen
Achtergrond
Het vlees is woord geworden
‘Ik hou veel van boeken’, stelt Connie Palmen in de inleiding van haar essaybundel Echt contact is niet de bedoeling (2000). Nogal wiedes voor een schrijver, zou je denken. ‘Maar het meest hou ik van mijn eigen boeken’, hervat ze. Een statement dat misschien verklaart waarom Palmens – vaak biografische – werken door critici worden weggeschreven als intellectuele hoogmoed.
Het persoonlijke publiek maken is vandaag de dag voor schrijvers een bekende marketingtruc – een lezer zoekt immers al snel naar sensationele details in het werk van de schrijver. Palmen was echter een van de eersten die bewust deze grens tussen feit en fictie opzocht, en deze ook inzette: in 1998, het jaar voor de verschijning van de televisieserie Big Brother, publiceert Palmen de roman I.M., een autobiografisch werk over het verlies van haar vriend, de bekende journalist Ischa Meijer. Hoewel de lezers met Palmen meerouwen en haar boek gretig aftrek vindt, wordt ze door tout literair Nederland beschuldigd van het bespelen van de media met een voyeuristisch verhaal.
Palmen haakt in de late jaren negentig in op een tendens die tegenwoordig gangbaar is: ze deelt haar intiemste geheimen met de lezer. Maakt dat van Palmen niet meer een celebrity, een mediafiguur, dan een literair auteur? Een vraag waar veel recensenten mee worstelen; criticus Hans Goedkoop beweert in het NRC Handelsblad dan ook over I.M. dat dit ‘niks met literatuur te maken heeft’.
Misschien bedoelde Goedkoop wel de literatuur die híj tot voorheen kende – want Palmen kan zich met onder andere de AKO Literatuurprijs (1995 voor De vriendschap) en de Libris Literatuurprijs (2016 voor Jij zegt het) inmiddels makkelijk tot het literaire establishment rekenen. In haar werk onderzoekt Palmen de invloed van verhalen, ideeën, concepten: zaken die voortkomen uit het leven dat zij zelf leidt. Haar vlees is haar woord geworden.