Zoek binnen Karakters
Present

Freshbet Casino

100% up to £1500 + Exclusive 33 FS by Promo Code:

Winner Dinner

NU SPELEN

Zij onttoverden de conventionele moraal: een overzicht van de prominenten van de Beat Generation en hun bekendste werken

De Beat Generation is een naoorlogse culturele en literaire beweging die vooral in de jaren vijftig opereert en ontstaat in en rond de Columbia University van New York. De sleutelfiguren van de beatniks – een benaming die ze zelf trouwens nooit in de mond namen – zijn Jack Kerouac, Allen Ginsberg en William S. Burroughs. Een literatuurstudent en vriend van dit drietal, Lucien Carr, komt met de New Vision, die kan gelezen worden als het poëticaal manifest van de beatniks. De nieuwe visie op literatuur steunt op drie pijlers: naakte zelfexpressie (1), gedreven door geestverruimende experimenten (2) en onttovering van de conventionele moraal (3). De leden van de Beat Generation verwerpen sociale en literaire normen, kanten zich tegen het naoorlogs economisch materialisme en omarmen seksuele vrijheid. De schrijvers en dichters van de beweging zijn nieuwsgierig naar oosterse religies en staan open voor psychedelische, geestverruimende experimenten. Dat alles leidt tot een ongedwongen, spontane creativiteit en een nieuwe stilistische wind door de Amerikaanse letteren, maar ook tot verslaving, verval en zelfs moord.

Welke werken juist binnen de stroming horen en wie nu al dan niet deel is van het clubje, is niet altijd even duidelijk. De beatniks planten alleszins de zaden voor wat in de jaren zestig de hippiebeweging zal worden en ze dragen bij tot de creatie van de schrijver als publiek personage met een verreikende uitstraling. De uithangborden van de Beat Generation zijn flamboyante persoonlijkheden, met veelal een filmsterlook. Rondom die schrijvers ontstaan soms ware cultussen van horden jongeren die enthousiast de levensstijl van hun schrijversidolen na-apen. Zo goed als alle werken van de voornaamste beatniks zijn (gedeeltelijk) autobiografisch en On the road, Kerouacs grote werk dat als de Bijbel van de Beat Generation wordt beschouwd, heeft menig puber aangezet om avontuurlijk en balorig in opstand te komen tegen het conformisme van de generatie voor hem.


On the road van Jack Kerouac: de Bijbel van de beatniks

Jack Kerouac wordt in 1922 geboren in Massachusetts in een gezin van Franssprekende, Canadese ouders. Kerouac ontpopt zich tot een uitstekend voetbaltalent in zijn jeugd en slaagt er zo in om een beurs voor Columbia University in de wacht te slepen. Wanneer hij zijn been breekt en in onvrede geraakt met de aanvoerder van zijn team, verlaat Kerouac de universiteit. Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt hij ingelijfd bij de Amerikaanse Marine, maar door zijn onstabiele fysieke en mentale gezondheid zal hij snel ongeschikt voor het leger verklaard worden. Tijdens zijn tijd bij de marine schrijft hij zijn eerste werk, maar hij breekt pas door in 1957 met Onderweg (On the road), dat vanaf dan geldt als de Bijbel van de beatniks. Er volgen nog twaalf romans, waaronder The Dharma Bums en Big Sur, en verschillende dichtbundels.

On the road is het semiautobiografische verslag van de reizen met zijn vriend Neal Cassady doorheen Amerika in de jaren veertig en vijftig. Het paar slingert al liftend van de West- naar Oostkust van de Verenigde Staten en doodt de verveling met een uitbundig, destructief artiestenbestaan. Jack Kerouac is in New York blijven wonen na zijn vervroegd gestaakte studies en op de klippen gelopen militaire carrière. Hij leert er Neal Cassady en andere hoofdrolspelers van de Beat Generation kennen. Kerouac schrijft het originele manuscript van On the road in 1948 in drie weken tijd in een langgerekte, koortsachtige schrijfwoede. Het resultaat is een zeer massieve en weinig conventionele vorm: geen hoofdstukken, geen alinea’s en een associatieve, wervelende opbouw. Kerouac is kwistig met expliciete uitdrukking van seks en drugsgebruik, waardoor het bijzonder moeilijk blijkt om een uitgever te vinden. Hij werkt het manuscript voortdurend bij, tot het uiteindelijk in 1957 wordt gepubliceerd bij Viking Publishers.

Tussen het eerste manuscript van On the road en de effectieve publicatie schrijft Kerouac verschillende andere werken. Daarin blijven de gangbare thema’s van de Beat Generation centraal staan – een vrijpostig en ongeremd leven – maar raakt Kerouac ook beïnvloed door het boeddhisme, dat hij leerde kennen door Allen Ginsberg. De plotse populariteit na 1957 wordt ook Kerouacs ondergang. Hij heeft depressieve periodes en zoekt zijn toevlucht in alcohol – om preciezer te zijn: in een volledige fles whisky per dag. De vernieuwende stijl en de originaliteit van On the road hebben het paradoxale gevolg dat de beatniks worden omarmd door de burgerlijke goegemeente, wier normen en waarden ze net zo afkeurden. Kerouac verwijdert zich ook stilaan van de initiële groep beatniks en heeft, in tegenstelling tot de anderen, geen sympathie voor de hippies van de jaren zestig. Hij sterft in 1969 aan een inwendige bloeding, veroorzaakt door een cirrose: het resultaat van levenslang overmatig alcoholgebruik.


Allen Ginsberg met zijn legendarische dichtbundel Howl

Allen Ginsberg (1926-1997) ontmoet Jack Kerouac en William Burroughs in zijn tijd aan Columbia University, aan het einde van de jaren veertig. Al in zijn vroege jeugd raakt Ginsberg begeesterd door de poëzie van Walt Whitman en in zijn studententijd ontmoet hij Gregory Corso, een kleine crimineel met een gevangenisverleden maar uitstekende literaire talenten. Diens gedichten en persoonlijkheid maken een diepe indruk op Ginsberg. In de cirkel van jeugdige excentriekelingen zag Ginsberg de mogelijkheid om buiten de lijntjes van het Amerikaanse naoorlogse conformisme te kleuren. En ook buiten die van de literatuur: Ginsberg omarmt vurig de New Vision die Carr formuleerde. De politieke visie die hij ontwikkelt, is sterk beïnvloed door het communisme; in Kerouacs On the road wordt hij dan ook het personage Carlo Marx.

In de jaren vijftig trekt Ginsberg naar San Francisco, waar hij zich gretig nestelt in het literaire leven van de westkuststad. Hij ontmoet er in 1954 de dichter en acteur Peter Orlovsky, die zijn levensgezel wordt tot aan zijn dood. Een jaar later organiseert Allen Ginsberg ‘The Six Gallery Reading’. Dit literaire evenement in de galerij gaat de geschiedenis in als een van de belangrijkste momenten uit het beattijdperk, waar leden en sympathisanten van de groepering van heinde en verre naartoe kwamen. In The Six Gallery las Allen Ginberg zijn beroemdste gedicht ‘Howl’ voor het eerst voor met bevlieging, opengesperde armen en… een flink stuk in zijn kraag.

Ginsberg debiteert ‘Howl’ met een uitbundige, woeste stem en de ronkende eerste twee verzen – ‘I saw the best minds of my generation destroyed by madness, starving hysterical naked,/dragging themselves through the negro streets at dawn looking for an angry fix’ – tonen de antimoraal van deze nieuwe generatie. ‘Howl’ is een ritmisch kolkend gedicht, dat doet denken aan de jazztonen uit die periode, en bevat expliciete seks- en drugstaferelen. Het gedicht verschijnt in 1957, in hetzelfde jaar als On the road, in een bundel met enkele andere gedichten van Ginsberg. Kort daarop wordt de uitgever ervan gerechtelijk vervolgd. Ginsbergs uitgever wint de rechtszaak en Howl komt opnieuw in de rekken – klaar om het literaire landschap van zijn tijd te veroveren en ver buiten de landsgrenzen gelezen te worden.


William S. Burroughs met onder andere zijn beroemde Naakte lunch

William S. Burroughs (1914-1997) was een schrijver van Joodse afkomst en een stuk ouder dan Jack Kerouac en Allen Ginsberg, die hij in New York leerde kennen. Op dat moment heeft hij er al een studie Engels aan Harvard op zitten en een grote reis naar Europa. Zijn Europees avontuur begint in de jaren dertig, nadat hij een tweede studie antropologie is begonnen (en nooit zal afmaken) aan de Colombia University. Hij trekt naar Oostenrijk om er geneeskunde te studeren. Hij doolt echter liever rond door het Wenen van het interbellum, in milieus van drugsverslaafden, toen nog gecriminaliseerde transseksuelen, homo’s en andere schelmen, dan dat hij zicht met ernst buigt over zijn studies. Wanneer hij terugkeert naar de VS, tijdens de steeds brutalere opkomst van het fascisme en antisemitisme in Europa, heeft hij een reeks kortstondige baantjes en wanneer de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, wordt hij onbekwaam verklaard voor het Amerikaanse leger. Burroughs trekt opnieuw naar New York en ontmoet er de toekomstige spilfiguren van de Beat Generation. Hij doet er eveneens een morfineverslaving op en niet veel later voorziet hij in zijn levensonderhoud door drugs te verkopen.

Om te ontsnappen aan een gerechtelijke vervolging trekt hij naar Mexico. Deze eerste vlucht is het begin van een lange reeks verplaatsingen, waarbij zijn verslaving en druggerelateerde misdrijven hem blijven achtervolgen. Zijn toenmalige vriendin, Joan Vollmer, en zijn twee kinderen vluchten mee naar Mexico. Heel gelukkig leeft het gezin er niet. Burroughs is verslaafd aan amfetamines en Joan raakt aan de fles. Op een avond in een kroeg schiet Burroughs Vollmer dood. Hij zal altijd beweren dat dat per ongeluk gebeurde, maar de precieze omstandigheden van haar dood blijven in nevelen gehuld. Nog voor de dood van Vollmer had Burroughs op aandringen van Allen Ginsberg Junkie (1953) geschreven, waarin hij – zoals de titel doet vermoeden – openlijk over zijn bestaan als verslaafde schrijft. De dood van Vollmer betekent een keerpunt in zijn schrijverschap. Zo beweert Burroughs dat haar dood hem onder invloed bracht van het spirituele. Vanaf dan zal hij worstelen met een kwaadaardige kracht, die hij onder ogen moet komen door het schrijven en moet verdrijven met zijn pen.

In de jaren vijftig trekt Burroughs opnieuw naar Europa. Steeds opgejaagd door dreigende vervolging wegens drugsdelicten, en steeds weer op het nippertje gered door bevriende beatniks, door financiële steun van zijn familie of, in 1959, door de publicatie van Naakte lunch (Naked lunch). Op het moment van het verschijnen van zijn bekendste werk verblijft Burroughs in Parijs. Aangezien het beroep van schrijver daar, in de jaren vijftig, enorm hoog aangeschreven staat, slaagt hij er opnieuw in om aan de politie te ontsnappen. Naakte lunch is een verzameling fragmenten die de lezer in eender welke volgorde kan lezen. Het is dus een zeer niet-lineair en verknipt werk dat opnieuw sterk autobiografisch geïnspireerd is: ervaringen met een uitgebreid assortiment geestverruimende middelen en reisverslagen van Mexico tot in Marokko. Daarnaast bevat het ook sciencefiction-elementen, pornografische scènes en schept het soms de sfeer van een roman noir. Het lijkt bijna een vereiste te zijn om bij het clubje van de beatniks te horen, maar ook Naakte lunch kreeg te maken met censuur. Desondanks wordt het beschouwd als een van de beste boeken uit de moderne literatuur.


Lucien Carr: de bedenker van de New Vision

Lucien Carr (1925-2005) was een rijkeluiszoon uit Saint-Louis, maar kreeg de smaak van de antimiddenklassemoraal te pakken door zijn scoutsleider David Kammerer. Kammerer was een oude vriend van beatnik William S. Burroughs, met wie hij samen door Europa reisde. Al heel vroeg krijgt Kammerer een vreemde obsessie met de jonge, briljante Lucien. Hij volgt Carr naar New York, waar hij aan Columbia University gaat studeren. Aan Columbia blijkt Carr een bijzonder intelligente student te zijn, die zijn exuberante nachtleven zonder problemen combineert met uitstekende prestaties op school. In die tijd is Carr ook de kern waarrond de belangrijkste beatniks elkaar ontmoetten: Allen Ginsberg slaapt in hetzelfde pensionaat als hem, hij is maatjes met Edie Parker, het toenmalige liefje van Kerouac en hij kent de oudere William Burroughs via Kammerer. ‘Lu was the glue’, zei Ginsberg ooit.

Op een zomernacht in 1944, na een ruige avond in het New Yorkse nachtleven, doodt Lucien Carr David Kammerer met twee messteken in de borst in het Riverside Park. De aanhoudende en onbeantwoorde seksuele avances van Kammerer zijn uitgedraaid op een gevecht met fatale afloop, in het voordeel van Carr. De jonge Carr gooit het lichaam in de Hudsonrivier en gaat te biecht bij zijn oudere vriend Burroughs, die Kammerer goed kende. Ze proberen samen een oplossing te zoeken om de zaak te verhelen, maar uiteindelijk geeft Carr zich aan bij de politie. Hij krijgt een gevangenisstraf voor onvrijwillige doodslag en komt in 1946 vervroegd vrij. De hele affaire bij de Hudsonrivier, waarbij niet elke Carr en Burroughs betrokken zijn maar ook Kerouac en andere dichters van de Beat Generation, werd verfilmd in Kill Your Darlings (2013) van John Krokidas. De novelle En de nijlpaarden werden gekookt in hun bassins (And the hippos were boiled in their tank) die Kerouac en Burroughs samen schrijven is eveneens gebaseerd op het incident.

Wanneer Carr uit de gevangenis komt, gaat hij aan de slag bij het persbureau United Press International (UPI) als redacteur. Hij houdt contact met de beatniks, maar zweert het liederlijke leven af. Hij blijft een klankbord voor literaire creaties van Allen Ginsberg en Jack Kerouac. Hij was immers, zoals eerder vermeld, de bedenker van de New Vision, het literaire manifest van de Beat Generation. De loopbaan van Carr is echter minder onconventioneel dan zijn manifest: hij blijft zijn leven lang werkzaam bij UPI en schopt het daar tot eindredacteur van de nieuwsafdeling.


Neal Cassady en zijn The first third

Neal Cassady is veeleer een onuitputtelijke bron van inspiratie voor schrijvers, dan zelf een schrijver. Hij is de belichaming van de tegencultuur van de vijftigerjaren en wordt onsterfelijk gemaakt in het hoofdpersonage van On the road, Dean Moriarty. Hij komt ook voor in Ginsbergs Howl. De levenslustige en tegelijk destructieve jongeman wordt in 1926 geboren in een arbeidersklassegezin, dat na de vroege dood van zijn moeder alleen nog bestond uit hem en zijn alcoholverslaafde vader. In zijn tienerjaren rijgt Cassady de kleine criminele feiten aaneen, maar door zijn pienterheid wordt hij toch opgemerkt door een leerkracht die hem aan het studeren probeert te krijgen. Studeren doet hij uiteindelijk nooit, maar hij raakt toch, via een jeugdvriend, in contact met de studenten van Columbia University. In diezelfde kringen ontmoet hij Kerouac: de kiem van een onafscheidelijk duo is geplant. Vanaf 1946 gaan ze samen de Amerikaanse high roads op en zoeken ze vermaak in kortstondige liefdesaffaires van divers allooi en lange nachten vol teugelloos drugs- en alcoholgebruik.

Neal Cassady publiceert hier en daar wat schrijfsels, maar is vooral bekend om zijn excentrieke levenswandel. Behalve zijn rijkelijk gebruik van drugs en drank was hij ook een genadeloze versierder. Rond zijn twintigste trouwt hij met LuAnne Henderson, maar hij ruilt haar vrijwel meteen in voor Carolyn Robinson. Wanneer Robinson van hem in verwachting is, papt hij aan met het fotomodel Diane Hansen. Hij onderhoudt ook jarenlang een af- en aanspringende affaire met Allen Ginsberg. Cassady had schijnbaar een onweerstaanbare uitstraling: met zijn blauwe ogen en brutale, scherpe taal wist hij menigeen in te pakken. In de jaren zestig maakt Cassady een psychedelische bustocht samen met schrijver Ken Kesey en de ‘Merry Pranksters’, een groepje recalcitrante jongeren die zich als acolieten rondom Kesey klitten. Het opzet is om van de Westkust naar New York te rijden en zich onderweg over te leveren aan zo veel mogelijk (verschillende) drugs.

Veel literair werk laat Cassady niet na. Zijn autobiografische en enige roman is The first third (1971), die pas wordt gepubliceerd na zijn dood in 1968. Neal Cassady sterft een nogal raadselachtige dood. Hij wordt bewusteloos teruggevonden naast een spoorweg in Mexico, buiten kennis door een overdosis aan drank en slaappillen. Hij sterft een dag later in het ziekenhuis. Hij is net geen 42 jaar.


De niet zo bekende, maar heel belangrijke Gregory Corso

Gregory Corso (1930-2001) wordt geboren in New York als zoon van Italiaanse immigranten. Zowel moeder als vader verdwijnen vroeg uit het leven van Corso, waardoor hij overgeleverd is aan pleeggezinnen en weeshuizen, waaruit hij steeds probeert te ontsnappen. Zelf zegt hij dat hij zijn hele jeugd zowel in de tehuizen als door zijn vader, die sporadisch op bezoek komt, is mishandeld. Wanneer hij elf jaar is, komt Gregory op straat terecht. De kleine crimineel leeft in metrogangen en op dakterrassen, maar blijft altijd naar school gaan, waar hij een uitstekende student blijkt. Op de dag van zijn achttiende verjaardag gaat hij de Clintongevangenis van New York in. Vreemd genoeg raakt hij in de gevangenis in de ban van literatuur. Hij houdt vooral van poëzie en de klassieken. Hij verslindt encyclopedieën en woordenboeken en interesseert zich voor filosofie. Op zijn eenentwintigste, in 1951, komt hij vrij zonder kleerscheuren en met een spectaculaire intellectuele bagage.

In de jaren vijftig leert hij Allen Ginsberg kennen in het New Yorkse nachtleven. Corso is zijn dichterlijke kunnen aan het tentoonspreiden in een lesbische bar, wanneer Ginsberg het talent van de ex-gevangene opmerkt. Hij ziet in de jongere, charismatische Corso de perfecte aanvulling bij de kern van de beatniks. Gregory Corso gaat gretig in op het voorstel van Ginsberg om hem te introduceren aan zijn literatuurminnende vrienden, die hem ook initiëren in allerlei andere kunsten… Zijn dorst naar kennis over poëzie brengt Corso naar de gebouwen en aula’s van de Harvard Universiteit in Boston. Zonder een cent inschrijvingsgeld te betalen volgt hij lessen Grieks en Latijn en bedient hij zich van de klassieken van de poëzie in de bibliotheek. Dankzij zijn talent krijgt hij het statuut van een ‘dichter in residentie’ en met de financiering van zijn vrienden publiceert hij een eerste dichtbundel: The vestal lady of Brattle, and other poems.

Net als vele andere dichters besluit Gregory Corso om naar San Francisco te trekken. In 1955 verschijnt zijn tweede dichtbundel Gasoline, waarin herinneringen aan de gevangenis doorschemeren. Hij mist het eerste legendarische poëzie-evenement in de Six Gallery en de voordracht van ‘Howl’, waar hij eigenlijk ook uitgenodigd is om op te treden. Hij sluit zich wel aan bij de daaropvolgende performances en reist rond met Ginsberg voor verschillende voordrachten. Op het einde van de jaren vijftig ontmoeten de beatniks elkaar in Europa, in Parijs. In het ‘Beat Hotel’ komen uitgeweken schrijvers, kunstenaars en muzikanten samen. Burroughs stelt er zijn Naked lunch samen, Ginsberg begint er aan Kaddish en Corso schrijft de twee beroemde gedichten ‘Bomb’ en ‘Marriage’. In ‘Marriage’ pingpongt Corso ritmisch en muzikaal, maar zonder vast metrum of rijmschema en op humoristische toon tussen de voor- en nadelen van een huwelijk.

Het latere leven van Corso blijft gekenmerkt door omzwervingen en helaas ook door alcohol- en druggebruik, het enige soelaas voor de trauma’s uit zijn jeugd van verwaarlozing en mishandeling. Op zoek naar het graf van zijn moeder trekt Corso naar Italië. Hij vindt haar echter niet op Italiaanse bodem, noch in dode toestand. Hij vindt zijn moeder, Michelina, levend en wel, terug in New Jersey. Omdat zij op haar zeventiende, midden in de Depressie van de jaren dertig en zwaar onderdrukt en mishandeld door de minderjarige vader van Gregory, geen enkele mogelijkheid zag om het kind te houden, stond ze het af. Corso heeft begrip voor de keuze van zijn moeder en ziet de ontmoeting met haar als een louterende gebeurtenis. Ze onderhouden een innige band tot aan zijn dood, die vóór die van Michelina komt. Hij wordt begraven in Rome, naast de romantische dichter Percy Shelley, die hij sinds lange tijd bewondert.


Ken Kesey met zijn beroemde verhaal One flew over the cuckoo’s nest

Ken Kesey is naar eigen zeggen te jong om een beatnik te zijn en te oud om een hippie te zijn, maar hij vormt wel de schakel tussen beiden. Hij studeert communicatie aan de Oregon University in de jaren vijftig en doet daarna verschillende bijkomende opleidingen in literatuur en creatief schrijven. Om zijn studentenleven te bekostigen doet Kesey mee aan betaalde klinische experimenten met LSD, mescaline en andere psychedelische drugs. Later klust hij bij in een psychiatrisch hospitaal. De ervaringen die hij daar opdoet zetten Kesey aan het schrijven. In 1962 verschijnt One flew over the cuckoo’s nest, dat tot op vandaag in het Nederlands verkrijgbaar is bij Cossee in een vertaling van Bert Koning.

One flew over the cuckoo’s nest vertelt het verhaal van McMurphy, die doet alsof hij gestoord is om te ontsnappen aan de gevangenis en zijn straf in de plaats uit te zitten in een psychiatrische instelling. De energieke McMurphy schopt keet in de instelling en moedigt zijn medepatiënten aan om in opstand te komen tegen de tirannieke verpleegsteroverste, die haar patiënten geen enkele vorm van zelfstandigheid toelaat. Het boek kaart de toestand in de psychiatrische ziekenhuizen van de jaren vijftig aan en werpt een nieuwe blik op personen met een mentale beperking, die Ken Kesey, door zijn experimenten met drugs, heeft leren verstaan en waarderen. In 1975 wint de gelijknamige verfilming van Milos Forman vijf Oscars en zes Golden Globes. De fascinatie voor de verre uithoeken van brein en vooral voor de middelen om die te bereiken heeft Kesey natuurlijk gemeen met de beatniks.

Na het literaire succes van One flew over the cuckoo’s nest begint Kesey literaire en culturele persoonlijkheden van verschillende bewegingen samen te brengen om experimentele sessies te houden met psychedelica. Zijn bijeenkomsten vormen het kruispunt tussen de Beat Generation, met figuren als Allen Ginsberg, en de hippiebeweging. Rondom Kesey ontstonden ook de ‘Merry Pranksters’, waarover we het hierboven al hadden. De opmerkelijke busrit van de Prankters wordt vastgelegd door Tom Wolfe in The electric kool-aid acid test (1968). Het boek verhaalt ook Keseys vlucht naar Mexico voor een aanklacht wegens het bezit van marihuana, nadat hij eerst heeft geprobeerd te ontkomen door zijn eigen zelfdoding spectaculair in scène te zetten. Uiteindelijk gaat Kesey voor een tijdje de gevangenis in. Na een hele hutsekluts aan experiment en onstuimigheid trekt Ken Kesey zich terug. Hij leidt een eenvoudig leven met zijn vrouw en kinderen en doceert creatief schrijven aan de Stanford University.


Meer lezen en weten over de Beat Generation?

De beatniks hebben een grote invloed op de pop- en rockmuziek van hun tijd. The Beatles zouden hun naam met een ‘a’ gespeld hebben in een knipoog naar de Beat Generation. Allen Ginsberg raakt later zelfs bevriend met de vierkoppige band. Ook Jim Morrison beschouwt de beatniks en hun Bijbel, On the road, als eens van zijn grootste inspiraties. Ook in de jaren tachtig komt een nieuwe golf van interesse voor de groepering, van bands zoals U2 en Nirvana.

Niet alleen voor muziek, maar ook voor film is de Beat Generation een dankbare leverancier van verhalen en anekdotes. Tot de meest recente films behoren On the road (2012) van Walter Salles en het eerdergenoemde Kill Your Darlings (2013). In 1991 scoorde David Cronenburg een voltreffer met Naked lunch, gebaseerd op William S. Burroughs bekendste werk.

Behalve excentrieke persoonlijkheden waren de beatniks ook literaire vernieuwers. Zo wordt Burroughs een van de voorlopers van het postmodernisme genoemd, door zijn verknipte en associatieve stijl, die verschillende generische kenmerken dooreengooit. Ze zouden ook de voorlopers geweest zijn van de slam poetry. Vooral de voordrachten in de Six Gallery kondigden deze vorm van poëzieperformance aan.

De Belgische Frank Albers trad in 2012 in de voetsporen van Jack Kerouac en maakte dezelfde roadtrip doorheen Amerika. Hij tekende deze reis op en maakte er een boek van: Beatland. Beatland is verkrijgbaar bij De Bezige Bij.

Het verhaal over de herontdekking van de moeder van Corso werd verfilmd in de documentairefilm Corso: the last beat (2009) door Gustave Reininger met Ethan Hawke als verteller.

Gek op lijstjes? Bekijk ook ons lijstje van de schrijvers van de Lost Generation die je moet gelezen hebben en ons overzicht van de beste avonturenromans. Of werp een blik op onze lijstjes met boekentips van Marilyn Monroe, Ernest Hemingway of Samuel Beckett.