Auteur op de vlucht en bloedverwant van Stefan Zweig. Wie was de Tsjechische auteur Egon Hostovský?
Achtergrond door Jochen De Vos
/ Illustratie: Jaco De Maesschalck
Leestijd:
Milan Kundera noemt hem ‘een uitmuntend schrijver’ en hij was ooit bevriend met Graham Greene, die te kennen gaf: ‘Mijn eerste kennismaking met hem ademde iets van de sfeer in zijn boeken, een complexe sfeer van zwarte humor, melodrama en wanhoop.’ En toch doet de naam van de Tsjechische auteur Egon Hostovský (1908-1973) bij velen geen enkel belletje rinkelen. Hoog tijd voor een herintroductie.
Wie vertrouwd is met het oeuvre van Hostovský, weet dat er heel wat parallellen te trekken zijn tussen zijn werk en zijn leven. Veel van zijn personages zijn op de vlucht, als Jood voor de nazi’s, als intellectueel voor het communisme, en vluchten daarnaast ook voor zichzelf, zijn wanhopig, en belanden net als Hostovský, al dan niet met veel omwegen, in de Verenigde Staten. De plek waar Hostovský zich thuis voelde, maar door weltschmerz en vaderlandsliefde, toch nooit zijn rust vond.
Egon Hostovský (1908) groeit op in Hronov, een klein stadje in het huidige Tsjechië, dicht bij de Poolse grens. Als student verhuist hij naar het grote Praag, waar hij filosofie gaat studeren. Twee jaar later verkast hij alweer naar Wenen om daar diezelfde studie voort te zetten, maar na een mislukking staat hij binnen de kortste keren en met zijn hele hebben en houwen weer in Praag.
Hostovský laat studeren dan maar voor wat het is en na een paar omzwervingen legt hij zich toe op datgene waar hij al lang mee bezig is: schrijven. Op dat moment heeft hij zijn eerste drie romans al gepubliceerd en is hij begonnen aan een opvolger, waarin hij zich volledig laat beïnvloeden door het expressionisme.
Hoewel Hostovský onthaald wordt als een groot talent, is zijn schrijverscarrière op commercieel vlak nog geen succes. Om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen, besluit hij zijn werk als schrijver dan maar te combineren met een baan als redacteur bij zowel zijn eigen uitgeverij als bij andere Praagse uitgeefhuizen.
De jaren verstrijken en Hostovský’s oeuvre en populariteit groeien zienderogen. Hij wint zelfs de Tsjecho-Slowaakse Staatsprijs voor Literatuur. Toch besluit hij in 1937 zijn baan als redacteur te verruilen voor wat later zijn redding blijkt. Hostovský gaat aan de slag bij het ministerie van buitenlandse zaken en in 1939, een jaar voor de nazi’s het toenmalige Tsjecho-Slowakije binnenvallen, wordt hij naar België gestuurd. Uit angst dat de Duitsers ook België zullen binnenvallen, begint hij aan een vlucht die hem via Parijs in Portugal brengt, waarna hij voor het eerst de oversteek naar de Verenigde Staten maakt.
Volledig gebroken door het nieuws dat zowel zijn vader alsook zijn zussen de oorlog niet overleefd hebben, keert Hostovský in 1946 terug naar Praag. Hij gaat er weer aan de slag bij het ministerie, hoopt er zijn harmonieuze leven van weleer te kunnen hervatten, maar twee jaar later slaat het noodlot opnieuw toe. Onverwachts plegen de communisten de Praagse Coup en vanwege zijn positie binnen het ministerie en als auteur kan Hostovský niet anders dan opnieuw op de vlucht slaan. Zijn boeken worden zelfs op de zwarte lijst gezet. Via Noorwegen en Zweden vlucht Hostovský opnieuw naar Amerika, maar met het verschil dat hij deze keer niet meer zal terugkeren naar wat hij zelf altijd zijn geliefde Praag zal blijven noemen.
Noodgedwongen begint Hostovský daar een nieuw leven. Hij vindt een woning in New Jersey en na eerst Tsjechisch te hebben gedoceerd, wordt hij journalist bij Radio Free Europe. ’s Avonds schrijft hij; een middel dat hij vanaf dat moment gebruikt om de vele traumatische ervaringen te verwerken. Schrijven wordt voor Hostovský een repetitief handelen waarin hij steeds dezelfde typen personages opvoert die gedreven worden door wanhoop, maar, zoals Graham Greene reeds stelde, wel met de nodige zwarte humor.Graham Greene: ‘Mijn eerste kennismaking met hem ademde iets van de sfeer in zijn boeken, een complexe sfeer van zwarte humor, melodrama en wanhoop.’
Een van zijn bekendste werken uit die periode – tevens een werk waarin hij zich stilistisch steeds meer laat beïnvloeden door zijn bloedverwant Stefan Zweig – is het onlangs door Zirimiri Press uitgegeven Vreemdeling zoekt kamer (2018).
In het New York van 1946 is dokter Marek, een Tsjechisch arts, op zoek naar een kamer. Net als Hostovský zelf is dokter Marek noodgedwongen op de vlucht geslagen voor het nazisme en in Amerika beland. Eenmaal daar verlangt Marek naar rust en stilte. Het enige wat Marek wil is een kamer met een bed en een bureau waaraan hij kan werken aan zijn wetenschappelijke geschrift. Maar steeds ontstaan er onbenullige en eigenaardige misverstanden tussen de verhuurder en de arts waarna hij telkens gedwongen wordt te verhuizen.
Marek wordt kortom opgevoerd als de Wandelende Jood die veroordeeld is om eeuwig rond te dwalen. Aan het noodlot valt echter niet te ontkomen; daar moet je mee leren leven. Een last moet je dragen.
Hostovský overleed in het voorjaar van 1973 in New Jersey en schreef gedurende zijn leven meer dan dertig romans. Na zijn overlijden werd door zijn vrouw en zoon Paul – die tevens dichter is – een literaire prijs naar hem vernoemd en opgericht. Naast Vreemdeling zoekt kamer (2018) verscheen in het Nederlands alleen nog maar De missie, dat in 2016 door uitgeverij Voetnoot werd uitgebracht.
Meer weten en lezen over Egon Hostovský en andere Tsjechische schrijvers?
Egon Hostovský debuteerde in de vroege jaren twintig en schreef een oeuvre bijeen van dertig boeken. Slechts een kleine greep uit zijn werk werd vertaald naar het Nederlands. Naast Vreemdeling zoekt Kamer (2018), vertaald door Edgar de Bruin, vind je in het Nederlands enkel De missie (2016), door dezelfde vertaler bij Uitgeverij Voetnoot. De missie verscheen in de reeks Moldaviet, die uitsluitend werken bevat van grote en minder grote – maar daarom niet minder boeiende – namen uit de Tsjechische literatuur.
Bij Klara schreef Christophe Vekeman een recensie over Vreemdeling zoekt kamer en ook De Morgen wijdt een stuk aan deze herontdekte parel.
De zoon van Egon Hostovský, Paul Hostovský, schrijft poëzie. Hij publiceerde verschillende gedichtenbundels en woont en werkt in Amerika, waar zijn vader na 1948 noodgedwongen en definitief voet aan wal zette. In een interview vertelt Paul Hostovský over zijn bundel Hurt into Beauty (2012) en onder andere over zijn vader.
De Britse schrijver en journalist Graham Greene, die zich lovend uitliet over Egon Hostovský, werd zelf genomineerd voor de Nobelprijs in 1966 en schreef net als de Tsjech zijn hele leven lang, met als resultaat een oeuvre van meer dan twintig werken. Ook op professioneel vlak vindt Greene zijn evenknie in Hostovský: ook de Engelsman werkte voor de staat, namelijk voor de Britse inlichtingendienst. Een kijkje in het leven en werk van deze auteur op Britannicaloont de moeite.
Met Karakters publiceerden we een beknopte introductie tot de Tsjechische literatuur en een stuk over de grootmeester Milan Kundera en zijn complexe relatie tot zijn geboorteland. We gingen ook in gesprek met jong Tsjechisch talent: de auteur Marek Sidelka.