Marek Šindelka (1984) wordt beschouwd als het wonderkind van de Tsjechische literatuur. Hij debuteerde met de dichtbundel Strychnine (2006) en publiceerde tot op heden vijf romans en een hele resem korte verhalen. In het Nederlands verschenen bij Das Mag achtereenvolgens Anna in kaart gebracht (2016) en Materiaalmoeheid (2018), waarvoor Šindelka de Magnesia Litera, de belangrijkste literaire prijs van Tsjechië, ontving. Veel eerder verscheen bij Voetnoot al de novelle Polaroid (2012), waarin een jongeman in een prullenbak een mislukte polaroidfoto van een meisje en die hem aanspoort om naar het meisje op zoek te gaan. Tijdens zijn laatste bezoek aan Amsterdam gingen we met hem in gesprek.
In de roman Slapende tijgers gaat Astrid Panis op zoek naar de verdwenen Gentse ‘Jardin Zoologique’, die – in navolging van de Antwerpse dierentuin – in 1851 haar deuren opende om de gegoede burgerij naar de Arteveldestad te lokken. ‘Sinds mijn kindertijd was ik geïntrigeerd door de verdwenen dierentuin.’ Onze redacteur ging er uitgebreid met haar over in gesprek.
Tijdens het bedenken van haar debuutroman De afwezigen (2016) liep Lieke Kézér (1976) nog als muziekjournalist voor TMF en MTV door de woelige straten van Los Angeles en New York. Inmiddels woont ze met man en kinderen in het rustige Noord-Brabantse stadje Megen, waar ze haar tweede roman De verloren berg schreef, over een jong gezin waarbij de moeder plotseling overlijdt. Ook Kézér verloor op jonge leeftijd haar moeder. Haar roman is niet autobiografisch, al waren haar eigen ervaringen wel de aanleiding om het boek te schrijven.
Jan Vantoortelboom groeide op in het West-Vlaamse Elverdinge, dichtbij Ieper. Hij woonde een tijdje in Gentbrugge, maar keerde de stad al snel de rug toe om zich met zijn gezin te vestigen in het landelijke Zeeuws-Vlaanderen. Hij ging aan de slag als docent. Op 36-jarige leeftijd debuteerde hij met De verzonken jongen (2011). Een grotendeels autobiografisch relaas over een jongen die zijn moeder verliest en mateloos geïntrigeerd is door het litteken dat zijn grootvaders gezicht doorklieft. De roman viel in de prijzen en kende met Meester Mitraillette in 2014 een bestsellende opvolger. Nu ligt met Jagersmaan het derde deel in de boekhandel.
Erik Vlaminck (Kapellen, 1954) wordt door velen een van de belangrijkste Vlaamse schrijvers van dit moment genoemd. Als romanschrijver kreeg Vlaminck bekendheid met een zesdelige romancyclus over het ongewone leven van gewone Vlamingen in de twintigste eeuw. Zijn grote doorbraak volgde met de verschijning van Suikerspin (2008), waarmee hij zowel op de longlist van de Libris Literatuurprijs als de AKO Literatuurprijs stond. Zijn meest recente roman, Een berg mens onder witte lakens, verscheen eerder dit jaar. Wij gingen in gesprek over zijn schrijverschap.
Na haar debuut, Oker, verscheen met Kattentijd onlangs Ellen Verstrepens tweede roman bij Uitgeverij Houtekiet. De hoofdrollen in Kattentijd zijn weggelegd voor Fauve en Severine, twee getroebleerde jonge vrouwen, die elkaar liever nooit ontmoet hadden. Toch lijkt het onvermijdelijk dat hun paden weer zullen kruisen wanneer Fauve verliefd wordt op de man van Severine. “Mensen zijn geen wolven voor hun medemens, het zijn katten.” Een gesprek over de grens tussen literatuur en chicklit, tegenstellingen en herkenbaarheid.
Laad meer artikelen