De aidscrisis die in de jaren tachtig miljoenen slachtoffers maakte, werd in Amerika jarenlang in de doofpot gestopt. Voormalig president Ronald Reagan sprak het woord ‘aids’ pas voor het eerst uit in 1987, maar liefst zes jaar nadat de ziekte was ontdekt. Nu, bijna veertig jaar nadat de ziekte de kop opstak, schreef Rebecca Makkai (Skokie, 1978) er met Een stralende toekomst een lijvige roman over. We gingen er uitgebreid met haar over in gesprek. ‘Ook vandaag de dag is er nog veel te weinig aandacht voor aids.’

Een brievenboek ouderwets? Niet voor bioloog Tijs Goldschmidt, van wie afgelopen mei het boek Onvoldoende liefdesbrieven verscheen. In deze moderne variant op het genre vinden we een selectie uit Goldschmidts emailarchief. Speciaal voor Karakters kroop Goldschmidt opnieuw achter zijn computer, voor een interview in stijl: per email.
Als prille twintiger debuteerde Christophe Vekeman in 1999 met de roman Alle mussen zullen sterven. Hierna volgden nog verscheidene romans en dichtbundels, doorspekt met performances. Want Christophe Vekeman kan niet verder af staan van het cliché van de schrijver als kluizenaar, een cliché dat in zijn ogen trouwens volledig achterhaald is. Nu, twintig jaar later, ligt zijn nieuwe roman Cruise in de boekhandel. Het verhaal speelt zich af op een ‘bezinningscruise’, waar men naartoe gaat om zichzelf te vinden. Onze redacteur ging er uitgebreid met Vekeman over in gesprek.
Sinds enkele weken ligt met Zonder liefde een nieuwe roman van Stefan Brijs (1969) in de boekhandel. En in tegenstelling tot zijn bekendste romans De engelenmaker (2005) en Post voor mevrouw Bromley (2011), snijdt hij daarmee een nieuw onderwerp aan: de liefde. Zonder liefde brengt een jaar uit het leven van Paul en Ava, twee late twintigers die hun vorige relaties op de klippen zagen lopen en bij elkaar op zoek gaan naar vriendschap en geborgenheid. Wij gingen er met Brijs over in gesprek en hadden het daarnaast ook over leven in Andalusië, zijn schrijverschap en zijn grootste hobby: vogels spotten.

Hoewel de recensenten allerlei biografische waarheden in Kamers antikamers zien, is de nieuwe roman van Niña Weijers nog meer een tentoonstelling van alle mogelijkheden van een mens – of die mens nu de schrijfster is of niet. Weijers vertelt namelijk steeds een ander verhaal over dezelfde mensen, of hetzelfde verhaal over andere mensen. Daarvoor wisselt ze regelmatig van stijl, perspectief en tijd, overigens zonder onbegrijpelijk te worden. We spreken Weijers in het statige Witsenhuis, de schrijversresidentie die een centrale plek vormt in haar roman.
Met De laatste vlucht naar Havana brengt schrijfster Elisabeth Marain haar overleden vriendin Mireille Cottenjé terug tot leven. Cottenjé maakte in de jaren zestig furore met feministische romans, die uitblonken in een gebrek aan stijl. ‘Ze beweerde altijd dat ze geen literatuur wou schrijven, daar was ze niet in geïnteresseerd. Ze wou het over de waarheid tout court hebben.’ Onze redacteur ging uitgebreid in gesprek met Marain over Cottenjé.
Laad meer artikelen