Het zijn vreemde tijden, maar de literatuur blijft doorgaan. We zijn even aan ons huis gekluisterd, maar een goed boek neemt je mee naar de vreemdste plaatsen. De berenrug van de Antwerpse schrijver Dimitri Bontenakel is een van die romans die verschijnt tijdens de coronacrisis. Naar aanleiding van het verschijnen van de roman gingen we er met Bontenakel uitgebreid over in gesprek.

Onlangs verscheen met Zij namen het woord een nieuw boek van gerenommeerd kenner van de Franse letteren Margot Dijkgraaf (1960). In het boek – dat verscheen naar aanleiding van de Boekenweek – schrijft Dijkgraaf over tien rebelse Franse schrijfsters en vertelt ze de levensverhalen van onder anderen Madame de Staël, George Sand en Colette. We spraken Margot Dijkraaf over haar nieuwe boek en haar bewondering voor deze tien Franse schrijfsters.

Judith Schalansky (1980) schrijft geen boeken, ze maakt boeken. Een boek moet zinnenprikkelend zijn, van binnen en van buiten. Opgroeiend in de voormalige DDR en in de schaduw van de Berlijnse Muur, wenste Schalansky avonturier te worden. Nu gaat ze op avontuur in atlassen en bibliotheken en schept een eigen wereldbeeld in haar met oog voor detail zelf vormgegeven boeken. Eerder verschenen in het Nederlands De lessen van mevrouw Lohmark (2012, Signatuur) en De atlas van afgelegen eilanden (2014, Signatuur). Onlangs publiceerde Meridiaan Uitgevers in een vertaling van Goverdien Hauth-Grubben Inventaris van enkele verliezen (2020), waarin Schalansky de lezer meevoert langs de ruïnes van landschappen van een verdwenen eiland, een uitgestorven diersoort, de vergane glorie van een stukgelopen carrière, een vervallen villa en haar eigen herinneringen. We gingen er met haar over in gesprek.

Sebastiaan Chabot (1989) woont sinds zijn Master Creative Writing aan NYU in New York, maar is nu even ‘terug’ om zijn debuut De slaap die geen uren kent te presenteren. Wij gingen met hem in gesprek over zijn studiekeuze en over hoe het is om Jonathan Safran Foer als begeleider te hebben, de totstandkoming van zijn eerste boek en over de liefde.
In februari van dit jaar bracht de Russisch-Belgische schrijver Aleksandr Skorobogatov zijn zesde roman De wasbeer uit. Een tragisch, maar ook komisch, verhaal over een teder diertje waarin iedereen zich kan herkennen. Net als auteur blijft het diertje ervoor strijden om zijn grote dromen waar te maken. Door treurige ongelukken en toevalligheden blijken die dromen moeilijker bereikbaar dan gedacht. Als lezer moet je wenen en lachen tegelijkertijd met de tragikomische avonturen van de wasbeer. Misschien is die humor de remedie voor verdriet die De wasbeer tracht te bieden. We gingen met Skorobogatov in gesprek.
Een literaire belofte is Nir Baram (Jeruzalem, 1976) allang niet meer te noemen. In recordtempo schreef de Israëlier een omvangrijk oeuvre bij elkaar en groeide hij uit tot een van de belangrijkste schrijvers van zijn land, waar hij inmiddels vaak in één adem genoemd wordt met schrijvers als Amos Oz en David Grossman. Naar aanleiding van het verschijnen van zijn nieuwe roman Aan het einde van de nacht gingen we met hem in gesprek.
Laad meer artikelen