
In een pension in Zwitserland ontdekken drie tienermeisjes hun aantrekkingskracht op mannen. Een Joodse geleerde staat op het dak met zijn pasgeboren kleinkind. Het zijn slechts enkele situaties die Nicole Krauss onder de loep neemt in haar nieuwe boek. Een man zijn is Krauss’ eerste verzameling kortverhalen. De tien verhalen, geschreven in de loop van maar liefst twintig jaar, geven een goed beeld van de prestaties waar de schrijfster zoal toe in staat is. We gingen er met haar over in gesprek.

Marcel, de debuutroman van Erwin Mortier (1956) uit 1999, greep literair Vlaanderen bij de keel. Met De onbevlekte is er 21 jaar later een ‘vervolg’ op Marcel. Ook bracht Mortier – na maar liefst 11 jaar – een nieuwe dichtbundel uit, Precieuze mechanieken. Voor ons meer dan redenen genoeg om Erwin Mortier op te zoeken in het Dr. Guislainmuseum in Gent, waar Mortier, die afstudeerde als kunsthistoricus en archeoloog, als wetenschappelijk medewerker aan verbonden was.

Kader Abdolah - echte naam Hossein Farahani - is een Perzisch-Nederlands schrijver die in 1954 geboren werd in Iran. Abdolah studeerde natuurkunde in Teheran, maar moest gedwongen vluchten omdat hij clandestiene verhalenbundels publiceerde. In 1988 belandde hij in een asielcentrum in Nederland en nadien zette hij zijn carrière als schrijver verder in het Nederlands. Bekende romans van zijn hand zijn De reis van de lege flessen (1997) en Papegaai vloog over de IJssel (2014), die deels over zijn persoonlijke ervaringen als immigrant gaan. Daarnaast is Abdolah ook gekend door zijn toegankelijke hervertelling van de Koran in het Nederlands waarmee hij de Islamitische en Nederlandse cultuur dichter bij elkaar wilde brengen. Eenzelfde doel lijkt Kader Abdolah te hebben met zijn hervertelling van Duizend-en-een-nacht, die nu in de boekhandel ligt. Naar aanleiding van het verschijnen van het boek gingen we met Abdolah in gesprek om het te hebben over dit ‘magische’ boek.

Tussen al zijn andere romans literatuur door schreef P.F. Thomése drie hilarische J. Kessels-romans, die dit najaar gebundeld werden in de Tilburg Trilogy. De illustere Kessels-figuur kwam bijna dertig jaar geleden Thoméses oeuvre binnenwandelen en bracht een arsenaal aan gore onderbroekenhumor, pornografische slapstick en een overdaad aan seks met zich mee. De auteur verhief die platvloerse materie tot stilistisch vuurwerk waarbij je het meer dan eens hardop uitgiert van het lachen. We gingen er uitgebreid met hem over in gesprek.

Onlangs verscheen de tweede roman van Emy Koopman, Het boek van alle angsten, die heel anders is dan haar debuut, maar tegelijkertijd met Orewoet de belangstelling voor de ontwikkeling van personages deelt. Het boek van alle angsten laat zich misschien nog het best omschrijven als een dystopische roman die een samenleving schetst die opnieuw opgebouwd wordt nadat een grote natuurramp heeft plaatsgevonden en een extreemrechtse beweging de touwtjes in handen heeft gekregen. In deze samenleving proberen Fana, een jonge psychologe met Iraanse roots die droomt van ruimtereizen, en Viko, een bioloog die worstelt met zowel zichzelf als met het uitsterven van diersoorten, zich staande te houden. We gingen er met haar over in gesprek.

Met Ik ben Emma – dat onlangs verscheen bij uitgeverij De Geus – heeft de Vlaamse schrijfster Kristien Hemmerechts een hedendaagse versie van Jane Austens roman Emma geschreven, die de structuur van het origineel zelfs hoofdstuk voor hoofdstuk volgt. Toch zijn de tijden sterk veranderd: Kristien Hemmerechts steekt het klassieke verhaal van Emma dan ook in een modern jasje. Hoe ziet die 21ste-eeuwse Emma eruit? En wat inspireerde Hemmerechts om Austens werk onder handen te nemen? We gingen er met haar over in gesprek.

Met Slapen doen we later is de Duits-Hongaarse schrijfster Zsuzsa Bánk reeds toe aan haar vijfde roman. Met haar debuutroman uit 2002, De Zwemmer, bereikte ze meteen een internationaal publiek. Dat heeft ze waarschijnlijk te danken aan haar eigenzinnige schrijfstijl, die qua ritme soms meer van poëzie wegheeft. Ook in Slapen doen we later keert deze herkenbare stijl terug: het is een ode aan de literatuur, een bricolage van allerhande citaten uit de wereldliteratuur. De roman is een drie jaar durende briefwisseling tussen twee vrouwen, Marta en Johanna. Marta is een schrijfster, die probeert de eindjes aan elkaar te knopen terwijl ze zorgt voor haar drie kinderen. Johanna is een lerares die in het Zwarte Woud woont, en die tegelijkertijd werkt aan een doctoraat over de Duitse dichteres Annette von Droste-Hülshoff. In literaire bewoordingen beschrijven ze hun dagelijkse leven aan elkaar, met al zijn ups en downs. Voor Karakters spraken we Zsuzsa Bánk over sterke vrouwelijke personages, misconcepties rond schrijvers en de schoonheid van brieven.

In 1973 schrijft Gianfranco Callgarich zijn eerste roman, De laatste zomer in de stad, over de dertigjarige Leo Gazzara die net zoals Calligarich het burgerlijke leven in Milaan inruilt voor het avontuur en de onvoorspelbaarheid van Rome. De roman wordt positief onthaald en geprezen om zijn lichtvoetige en melancholische toon. Toch verliest het boek na enkele jaren de belangstelling van het grote publiek. Alleen onder een kleine groep literatuurkenners en -liefhebbers blijft het boek circuleren. Zo krijgt de roman uiteindelijk een cultstatus, maar een aantal jaar geleden heeft het boek dankzij een heruitgave in Italië een tweede kans gekregen. Ditmaal met meer succes, want al snel volgden buitenlandse uitgeverijen met vertalingen. Naar aanleiding van het verschijnen van de Nederlandse vertaling gingen we met hem in gesprek.

“Tijdens een rondreis door Italië viel mijn moeder over een paaltje en brak haar schouder. Ik voelde me daar schuldig over, omdat ze naast mij wandelde en ik het gevoel had dat ik haar had kunnen opvangen. Toen ik dat schuldgevoel uitte, zei mijn puberende broer: jij bent toch ook echt de labielste van ons allemaal.” Een anekdote uit de jeugdjaren van Mattijs Deraedt, die hem voor het eerst deed nadenken over de hindernissen die mannen ervaren wanneer ze hun emoties willen tonen. Een gedachte die de kern uitmaakt van Deraedts debuutbundel De schaduw van wat zo graag in de zon was blijven staan, die in 2020 bij Poëziecentrum verscheen. Naar aanleiding van het verschijnen van de bundel gingen we met hem in gesprek.

Nadia Terranova verhuist na haar studies filosofie in Messina en haar doctoraat in Catania naar Rome om haar carrière als schrijfster op te starten. In 2012 publiceert ze haar eerste kinderboek, Bruno. Il bambino che imparò a volare. Ze blijft kinderboeken schrijven, maar combineert die met een andere doelgroep. In 2015 brengt ze namelijk haar debuutroman uit en niet veel later volgt Afscheid van de geesten waarmee ze haar internationale doorbraak kent. Naar aanleiding van het verschijnen van de Nederlandse vertaling gaan we met Nadia Terranova in gesprek.

Het lijkt een eeuwigheid geleden dat het nieuwe boek van Joost de Vries uitkwam, terwijl de acaciaroze gekleurde verhalenbundel pas in april in gedesinfecteerde boekhandels verscheen. Met Rustig aan, tijger schreef De Vries een vliegensvlugge bundel over stuiterende millennials in de kunst- en reclamewereld, een bont gezelschap met affaires, therapie, Funda-avonturen, vlogs, carrières, teveel hippe feestjes en allerlei gedoe waar de COVID-19-mens zich maar weer al te graag druk om zou maken. We gingen er met hem over in gesprek.

Isabella Hammad werd in Londen geboren, maar is van Palestijnse afkomst. In haar lijvige debuutroman De Parijzenaar reconstrueert ze het verhaal van haar overgrootvader Midhat, die als student in Frankrijk verbleef tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het is een historische roman, maar ze benadrukt zelf dat het géén geschiedenisboek is. De historische gebeurtenissen vormen de context van het verhaal, maar het persoonlijke verhaal van Midhat en de mensen rondom hem staat centraal. De Parijzenaar is een echt familieproject, en veel van de verhalen over Midhat hoorde Isabella Hammad van haar tèta Ghada, aan wie het boek is opgedragen. Met Karakters interviewden we haar over haar research, haar familie en over de waaier aan personages die het boek rijk is.

Het zijn vreemde tijden, maar de literatuur blijft doorgaan. We zijn even aan ons huis gekluisterd, maar een goed boek neemt je mee naar de vreemdste plaatsen. De berenrug van de Antwerpse schrijver Dimitri Bontenakel is een van die romans die verschijnt tijdens de coronacrisis. Naar aanleiding van het verschijnen van de roman gingen we er met Bontenakel uitgebreid over in gesprek.

Onlangs verscheen met Zij namen het woord een nieuw boek van gerenommeerd kenner van de Franse letteren Margot Dijkgraaf (1960). In het boek – dat verscheen naar aanleiding van de Boekenweek – schrijft Dijkgraaf over tien rebelse Franse schrijfsters en vertelt ze de levensverhalen van onder anderen Madame de Staël, George Sand en Colette. We spraken Margot Dijkraaf over haar nieuwe boek en haar bewondering voor deze tien Franse schrijfsters.

Judith Schalansky (1980) schrijft geen boeken, ze maakt boeken. Een boek moet zinnenprikkelend zijn, van binnen en van buiten. Opgroeiend in de voormalige DDR en in de schaduw van de Berlijnse Muur, wenste Schalansky avonturier te worden. Nu gaat ze op avontuur in atlassen en bibliotheken en schept een eigen wereldbeeld in haar met oog voor detail zelf vormgegeven boeken. Eerder verschenen in het Nederlands De lessen van mevrouw Lohmark (2012, Signatuur) en De atlas van afgelegen eilanden (2014, Signatuur). Onlangs publiceerde Meridiaan Uitgevers in een vertaling van Goverdien Hauth-Grubben Inventaris van enkele verliezen (2020), waarin Schalansky de lezer meevoert langs de ruïnes van landschappen van een verdwenen eiland, een uitgestorven diersoort, de vergane glorie van een stukgelopen carrière, een vervallen villa en haar eigen herinneringen. We gingen er met haar over in gesprek.

Sebastiaan Chabot (1989) woont sinds zijn Master Creative Writing aan NYU in New York, maar is nu even ‘terug’ om zijn debuut De slaap die geen uren kent te presenteren. Wij gingen met hem in gesprek over zijn studiekeuze en over hoe het is om Jonathan Safran Foer als begeleider te hebben, de totstandkoming van zijn eerste boek en over de liefde.

In februari van dit jaar bracht de Russisch-Belgische schrijver Aleksandr Skorobogatov zijn zesde roman De wasbeer uit. Een tragisch, maar ook komisch, verhaal over een teder diertje waarin iedereen zich kan herkennen. Net als auteur blijft het diertje ervoor strijden om zijn grote dromen waar te maken. Door treurige ongelukken en toevalligheden blijken die dromen moeilijker bereikbaar dan gedacht. Als lezer moet je wenen en lachen tegelijkertijd met de tragikomische avonturen van de wasbeer. Misschien is die humor de remedie voor verdriet die De wasbeer tracht te bieden. We gingen met Skorobogatov in gesprek.

Een literaire belofte is Nir Baram (Jeruzalem, 1976) allang niet meer te noemen. In recordtempo schreef de Israëlier een omvangrijk oeuvre bij elkaar en groeide hij uit tot een van de belangrijkste schrijvers van zijn land, waar hij inmiddels vaak in één adem genoemd wordt met schrijvers als Amos Oz en David Grossman. Naar aanleiding van het verschijnen van zijn nieuwe roman Aan het einde van de nacht gingen we met hem in gesprek.

Thomas Verbogt debuteerde in 1981, en schreef sindsdien verschillende romans, theaterstukken en verhalenbundels, naast zijn dagelijkse column in de Gelderlander. Ondanks zijn lange carrière verwierf Verbogt de waardering van het bredere lezerspubliek pas de laatste jaren. Naar aanleiding van zijn nieuwe roman Als je de stilte ziet gingen we met hem in gesprek over de aard van herinneringen, betekenis, woorden,... En over de ultieme vraag: wat is de betekenis van een mensenleven?

Roderik Six ademt literatuur. Overdag houdt hij voor Knack Focus de wereldliteratuur tegen het licht en tikt hij op zijn laptop naarstig beschouwingen en recensies, om ’s avonds het beeldscherm op te bergen en met de vulpen in de hand aan eigen werk te schrijven. Een droombestaan, dat vooral de smakelijke vrucht is van jarenlange noeste arbeid: een decennium timmerde Six aan de literaire weg, verschillende arbeidersjobs uitvoerend om het hoofd boven water te houden. Ondertussen ligt met Volt zijn derde roman in de boekhandel, een stilistische krachttoer in dienst van een grimmig einde-der-tijden-verhaal. Vintage Six dus. We zochten hem op in zijn Gentse stulpje.

De in Buenos Aires geboren schrijver Hernan Diaz groeide op in Zweden en woont al ettelijke jaren in de Verenigde Staten. Hij werkt aan de Universiteit van Columbia en is een groot liefhebber van Amerikaanse literatuur uit de negentiende eeuw. In dat opzicht is het geen toeval dat Diaz’ debuutroman In de verte (2017) het verhaal vertelt van de jonge Zweed Håkan, die in de periode van de goldrush met zijn oudere broer naar de Verenigde Staten wordt gestuurd om een beter bestaan op te bouwen. Onlangs gingen we er met Diaz over in gesprek.

John Lewis-Stempel (‘een schrijvende boer, geen boerende schrijver!’) beschrijft in Weideland een jaar uit het leven op en rond zijn land in Herefordshire, West-Engeland. Lyrisch, ontroerend en met humor brengt hij het gras, de zon en de dieren tot leven. Aan de vooravond van zijn optreden op Crossing Border nam Lewis-Stempel uitgebreid de tijd voor Karakters. Een gesprek over The Killers, liefde voor een koe en het genot van thuis zijn.

Als de naam geen belletje doet rinkelen, doet de omschrijving ‘winnaar van de Hercule Poirotprijs’ dat waarschijnlijk wel. Deze prijs wordt jaarlijks door Knack uitgereikt voor de beste misdaadroman van dat jaar. Met Russisch voor beginners sleepte Dominique Biebau dit jaar de prijs in de wacht, een overwinning die hem definitief op de literaire kaart van België zet. We gingen uitgebreid met Biebau in gesprek.

Met een vette knipoog naar Samuel Beckett en zijn zwarte Ierse humor schetst Kevin Barry in zijn nieuwe roman Nachtboot naar Tanger het leven van Maurice en Charlie, twee verlopen gangsters die in Algeciras zijn beland. Barry kwam zijn nieuwe roman – waarmee hij op de longlist voor de Man Booker Prize stond – onlangs persoonlijk voorstellen tijdens Crossing Border, wanneer we van de gelegenheid gebruik maakten om met hem in gesprek te gaan.

Martin Michael Driessen was dertig jaar opera- en theaterregisseur voor hij romans ging schrijven. Hij was een slow starter – zijn tweede boek verscheen twaalf jaar na zijn eerste –, maar de laatste jaren vloeit de ene na de andere titel uit zijn pen en sleepte hij verschillende nominaties en prijzen in de wacht. De verhalenbundel Rivieren, in 2016 onderscheiden met de ECI Literatuurprijs, getuigde volgens de jury van "een ingetogen grootheid, met schitterende beeldende zinnen en een onbestemde dreiging, en tegelijkertijd van een weldadige tijdloosheid". Nu is er De heilige, een schelmenroman over een liegende, bedriegende, maar ook aanraakbare negentiende-eeuwse boef. Een gesprek over 'het vak', de schelm en Meer voor Mannen-films.

Jón Kalman Stefánsson wordt tot de grootste Europese schrijvers van deze tijd gerekend. Met Het verhaal van Asta schetst hij in poëtische stijl de onfortuinlijke levensloop van een IJslandse vrouw. Begin november was ‘de reus van de IJslandse literatuur’ te gast op Crossing Border en maakte hij de tijd vrij om met ons een biertje te drinken.

Met romans die in 23 talen vertaald zijn, is Tash Aw een rijzende ster aan de literaire hemel. Na het lezen van zijn nieuwe roman Wij, de overlevenden is het niet moeilijk de conclusie te trekken dat het zijn betrokkenheid is die hem zo aantrekkelijk maakt. Alles wat de pen van Tash Aw voortbrengt is namelijk doordrongen van politiek. Tijdens Crossing Border gingen we met Aw in gesprek.

Rondom de debutante Asha Karami hangt een mysterieuze vibe: de auteursfoto in Godface lijkt wel uit begin twintigste eeuw te stammen en haar biografietje in de goudkleurige dichtbundel is cryptisch: ‘Ze veranderde reeds drie keer van naam en ook haar geboortedatum is een complex verhaal.’ Intussen duiken haar verzen op in de recensies en instagramposts van bekende Nederlandse poëzieliefhebbers. Tijd dus voor een interview.

Hoewel onder meer de Harry Potterreeks haar inspireerde om te gaan schrijven, doet de Deense schrijfster Caroline Albertine Minor dat het liefst zonder een plot in haar boeken aan te brengen. In Zegeningen resulteerde dat in een bundel korte verhalen met elk een eigen hoofdpersonage. De verhalen staan niet los van elkaar, maar smelten samen door gemeenschappelijke en universele thema’s als de machteloosheid van verlies en onverwachte hoop. Op Crossing Border Festival gingen we met Minor in gesprek over grenzen: tussen realiteit en fantasie, tussen haarzelf en haar personages, tussen verdriet en optimisme.

Al meer dan twee decennia lang is Rob van Essen een belangrijke stem in literair Nederland, met Visser (2008) en Hier wonen ook mensen (2014) als exponenten van zijn uiteenlopende oeuvre. Maar waar Van Essen voor velen nog een 'cultschrijver' was, werd hij dit jaar met het winnen van de Libris Literatuur Prijs met zijn roman De goede zoon, in een klap naar het literaire sterrendom gekatapulteerd. We gingen er tijdens Crossing Border met hem over in gesprek.

De aidscrisis die in de jaren tachtig miljoenen slachtoffers maakte, werd in Amerika jarenlang in de doofpot gestopt. Voormalig president Ronald Reagan sprak het woord ‘aids’ pas voor het eerst uit in 1987, maar liefst zes jaar nadat de ziekte was ontdekt. Nu, bijna veertig jaar nadat de ziekte de kop opstak, schreef Rebecca Makkai (Skokie, 1978) er met Een stralende toekomst een lijvige roman over. We gingen er uitgebreid met haar over in gesprek. 'Ook vandaag de dag is er nog veel te weinig aandacht voor aids.’

Een brievenboek ouderwets? Niet voor bioloog Tijs Goldschmidt, van wie afgelopen mei het boek Onvoldoende liefdesbrieven verscheen. In deze moderne variant op het genre vinden we een selectie uit Goldschmidts emailarchief. Speciaal voor Karakters kroop Goldschmidt opnieuw achter zijn computer, voor een interview in stijl: per email.

Als prille twintiger debuteerde Christophe Vekeman in 1999 met de roman Alle mussen zullen sterven. Hierna volgden nog verscheidene romans en dichtbundels, doorspekt met performances. Want Christophe Vekeman kan niet verder af staan van het cliché van de schrijver als kluizenaar, een cliché dat in zijn ogen trouwens volledig achterhaald is. Nu, twintig jaar later, ligt zijn nieuwe roman Cruise in de boekhandel. Het verhaal speelt zich af op een ‘bezinningscruise’, waar men naartoe gaat om zichzelf te vinden. Onze redacteur ging er uitgebreid met Vekeman over in gesprek.

Sinds enkele weken ligt met Zonder liefde een nieuwe roman van Stefan Brijs (1969) in de boekhandel. En in tegenstelling tot zijn bekendste romans De engelenmaker (2005) en Post voor mevrouw Bromley (2011), snijdt hij daarmee een nieuw onderwerp aan: de liefde. Zonder liefde brengt een jaar uit het leven van Paul en Ava, twee late twintigers die hun vorige relaties op de klippen zagen lopen en bij elkaar op zoek gaan naar vriendschap en geborgenheid. Wij gingen er met Brijs over in gesprek en hadden het daarnaast ook over leven in Andalusië, zijn schrijverschap en zijn grootste hobby: vogels spotten.

Hoewel de recensenten allerlei biografische waarheden in Kamers antikamers zien, is de nieuwe roman van Niña Weijers nog meer een tentoonstelling van alle mogelijkheden van een mens – of die mens nu de schrijfster is of niet. Weijers vertelt namelijk steeds een ander verhaal over dezelfde mensen, of hetzelfde verhaal over andere mensen. Daarvoor wisselt ze regelmatig van stijl, perspectief en tijd, overigens zonder onbegrijpelijk te worden. We spreken Weijers in het statige Witsenhuis, de schrijversresidentie die een centrale plek vormt in haar roman.

Met De laatste vlucht naar Havana brengt schrijfster Elisabeth Marain haar overleden vriendin Mireille Cottenjé terug tot leven. Cottenjé maakte in de jaren zestig furore met feministische romans, die uitblonken in een gebrek aan stijl. 'Ze beweerde altijd dat ze geen literatuur wou schrijven, daar was ze niet in geïnteresseerd. Ze wou het over de waarheid tout court hebben.' Onze redacteur ging uitgebreid in gesprek met Marain over Cottenjé.

Marek Šindelka (1984) wordt beschouwd als het wonderkind van de Tsjechische literatuur. Hij debuteerde met de dichtbundel Strychnine (2006) en publiceerde tot op heden vijf romans en een hele resem korte verhalen. In het Nederlands verschenen bij Das Mag achtereenvolgens Anna in kaart gebracht (2016) en Materiaalmoeheid (2018), waarvoor Šindelka de Magnesia Litera, de belangrijkste literaire prijs van Tsjechië, ontving. Veel eerder verscheen bij Voetnoot al de novelle Polaroid (2012), waarin een jongeman in een prullenbak een mislukte polaroidfoto van een meisje en die hem aanspoort om naar het meisje op zoek te gaan. Tijdens zijn laatste bezoek aan Amsterdam gingen we met hem in gesprek.

In de roman Slapende tijgers gaat Astrid Panis op zoek naar de verdwenen Gentse 'Jardin Zoologique', die - in navolging van de Antwerpse dierentuin - in 1851 haar deuren opende om de gegoede burgerij naar de Arteveldestad te lokken. 'Sinds mijn kindertijd was ik geïntrigeerd door de verdwenen dierentuin.’ Onze redacteur ging er uitgebreid met haar over in gesprek.

Tijdens het bedenken van haar debuutroman De afwezigen (2016) liep Lieke Kézér (1976) nog als muziekjournalist voor TMF en MTV door de woelige straten van Los Angeles en New York. Inmiddels woont ze met man en kinderen in het rustige Noord-Brabantse stadje Megen, waar ze haar tweede roman De verloren berg schreef, over een jong gezin waarbij de moeder plotseling overlijdt. Ook Kézér verloor op jonge leeftijd haar moeder. Haar roman is niet autobiografisch, al waren haar eigen ervaringen wel de aanleiding om het boek te schrijven.

Jan Vantoortelboom groeide op in het West-Vlaamse Elverdinge, dichtbij Ieper. Hij woonde een tijdje in Gentbrugge, maar keerde de stad al snel de rug toe om zich met zijn gezin te vestigen in het landelijke Zeeuws-Vlaanderen. Hij ging aan de slag als docent. Op 36-jarige leeftijd debuteerde hij met De verzonken jongen (2011). Een grotendeels autobiografisch relaas over een jongen die zijn moeder verliest en mateloos geïntrigeerd is door het litteken dat zijn grootvaders gezicht doorklieft. De roman viel in de prijzen en kende met Meester Mitraillette in 2014 een bestsellende opvolger. Nu ligt met Jagersmaan het derde deel in de boekhandel.

Erik Vlaminck (Kapellen, 1954) wordt door velen een van de belangrijkste Vlaamse schrijvers van dit moment genoemd. Als romanschrijver kreeg Vlaminck bekendheid met een zesdelige romancyclus over het ongewone leven van gewone Vlamingen in de twintigste eeuw. Zijn grote doorbraak volgde met de verschijning van Suikerspin (2008), waarmee hij zowel op de longlist van de Libris Literatuurprijs als de AKO Literatuurprijs stond. Zijn meest recente roman, Een berg mens onder witte lakens, verscheen eerder dit jaar. Wij gingen in gesprek over zijn schrijverschap.

Na haar debuut, Oker, verscheen met Kattentijd onlangs Ellen Verstrepens tweede roman bij Uitgeverij Houtekiet. De hoofdrollen in Kattentijd zijn weggelegd voor Fauve en Severine, twee getroebleerde jonge vrouwen, die elkaar liever nooit ontmoet hadden. Toch lijkt het onvermijdelijk dat hun paden weer zullen kruisen wanneer Fauve verliefd wordt op de man van Severine. "Mensen zijn geen wolven voor hun medemens, het zijn katten." Een gesprek over de grens tussen literatuur en chicklit, tegenstellingen en herkenbaarheid.

Femke Vindevogel (1978) mocht zich al enige tijd fotograaf, illustrator, dichter en beeldend kunstenaar noemen, maar sinds kort is de uit Oost-Vlaanderen afkomstige Vindevogel ook romancier. Onlangs verscheen bij uitgeverij Van Oorschot namelijk haar debuutroman Confituurwijk, waar ze vele jaren aan gewerkt heeft en mee wil tonen dat mensen in staat zijn om zichzelf heruit te vinden, onder welke omstandigheden dan ook.

Onlangs verscheen de langverwachte nieuwe biografie over Winston Churchill, die als Brits premier tijdens de Tweede Wereldoorlog mee West-Europa van de dictatuur bevrijdde. Wat Andrew Roberts’ biografie onderscheidt van zijn talrijke voorgangers is de nadruk op de vele leugens – Roberts zegt overdrijvingen – die Churchill in zijn autobiografieën schreef. Ook in een biografie over zijn vader ging Churchill nogal losjes met de waarheid om. En zelfs in andere boeken, zoals deze over beide Wereldoorlogen, verdoezelde hij onaangename feiten. Nochtans kreeg hij in 1953 de Nobelprijs voor Literatuur. We gingen er met Roberts uitgebreid over in gesprek.

Onlangs verscheen de nieuwe vertaling van Misdaad en straf van Fjodor Dostojevski, de klassieke Russische roman uit 1886. Maar waarom moest Misdaad en straf anno 2019 opnieuw vertaald worden? En waar moet je als vertaler allemaal rekening mee houden wanneer je zo'n klassieker van formaat opnieuw gaat vertalen? Tijdens een uitvoerig gesprek vragen we het aan meestervertaler en slavist Hans Boland.

Annelies Beck is bij het grote publiek bekend als journaliste, maar zoals de Vlaamse historica het zelf het mooist verwoordt: in haar borst huizen twee zielen. Naast journalistiek heeft ze ook een passie voor literatuur en is ze auteur van een prentenboek en twee romans. Ze verbleef dankzij een uitwisselingsprogramma een jaar lang in Brazilië en verloor haar hart aan dit land. In haar nieuwste roman, Toekomstkoorts, ontdekt de lezer meer over het Brazilië van vroeger en nu. We gingen er met haar over in gesprek.

'Het literaire bedrijf is misschien nog voor een belangrijk deel een mannenbedrijf, maar dat gaat veranderen.' Naar aanleiding van de Boekenweek gingen we met Adriaan van Dis in gesprek over onder andere de rol van de vrouw en de moeder in zijn leven, oeuvre en de literatuur, en over hoe het is om je ontheemd te voelen onder veranderende culturele omstandigheden.

In zijn nieuwe roman vertrekt hoofdpersonage Mark Oostermans als derdewereldarts naar een vluchtelingenkamp in West-Afrika, na een pijnlijke breuk met zijn vriendin. Op het kamp wordt hij geconfronteerd met Jeroen Ullings, het eigenzinnige hoofd van het medische team. Jeroen is een ex-jezuïet met provocerende opvattingen over liefde, wetenschap, moraal en de verlichte medemens van tegenwoordig. Wij gingen er met hem over in gesprek.

De Mexicaanse auteur en regisseur Guillermo Arriaga (1958) dankt zijn bekendheid voornamelijk aan de scenario’s die hij schreef voor de films 21 Grams en Babel. Tijdens zijn bliksembezoek aan Nederland ter promotie van zijn nieuwe roman De ontembare (2019) gingen we met in gesprek en hadden het vervolgens over over de kracht van verhalen, onderdrukking en hadden we het natuurlijk ook uitgebreid over zijn laatste roman.

Ferdinand Lankamp (1989) groeide op in Voorschoten en studeerde geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Hij was drie jaar lang redacteur bij digitaal-cultureel magazine De Optimist en publiceerde onder meer in Mare, Kluger Hans en deFusie. Zijn debuutroman Uiterste dagen, waarvoor hij de sporen van zijn Finse overgrootvader natrok, ligt sinds kort in de boekhandel. Wij gingen er met hem over in gesprek.

Met Mijn begraven boek schreef Mauro Libertella (1983) een liefdevolle ode aan zijn vader Héctor, een Argentijnse cultschrijver die in 2006 – hij was 61, zijn zoon 23 – na een turbulent leven aan kanker overleed. Héctors toewijding aan de literatuur ging zo ver dat hij zich de laatste jaren van zijn leven opsloot in zijn appartement en alleen nog maar schreef, en zoop. In heldere bewoordingen, niet sentimenteel en zonder te oordelen, beschrijft Mauro hun band, die in het licht van een aangekondigde dood steeds dieper werd. Wij gingen met hem in gesprek.

José Eduardo Agualusa (1960) heeft zich altijd al laten beïnvloeden door het land waar hij geboren en opgegroeid is — Angola, een land dat meer bekendstaat om zijn corruptie dan om zijn liefdadigheid. Ook zijn laatste roman, Het genootschap van onvrijwillige dromers, legt weer veel problemen bloot waar het land mee te kampen krijgt. Wij gingen er met hem over in gesprek, maar hadden het ook over de invloed van literatuur, dromen en hoop.

De boekhandel, een boekliefhebbers favoriete plek op aarde. In Nederland hebben we er honderden, zij het niet duizenden. Je vindt ze in alle soorten en maten. De grote commerciële ketens kennen we allemaal, maar er zijn zoveel meer winkels waar je boeken kunt scoren. In de vijfde aflevering gaan we langs bij de gespecialiseerde poëzieboekhandel Perdu.

Humor en literatuur onverenigbaar? Niet volgens de Canadese auteur Patrick deWitt (1975), die de diepgang in zijn boeken met absurdistische grappen maskeert. Zijn meest recente roman, Noorderzon (2018), doet verslag van de reis van de excentrieke Frances en haar 32-jarige zoon, Malcolm. Uit geldnood besluiten zij de chique Upper East Side te verruilen voor Parijs. Karakters sprak met DeWitt over Europa, komedies en clichés.

Wie dacht dat Paolo Giordano (Turijn, 1982) een eendagsvlieg zou zijn, heeft het al lang bij het verkeerde eind. Na het verschijnen van zijn monstersucces De eenzaamheid van priemgetallen (2009), schreef Giordano lustig voort. Eerst volgde Het menselijk lichaam (2013), vervolgens Het zwart en het zilver (2014) en nu ligt alweer zijn vierde roman, De hemel verslinden, in de boekhandel. Onze redacteur ging er met Giordano over in gesprek.

Sinds zijn grote doorbraak in 2003 met Grijze zielen - die bekroond werd met de Prix Renaudot - geldt Philippe Claudel als een ijkpunt voor de hedendaagse Franse literatuur. Dit najaar verscheen alweer zijn zestiende roman, Archipel van de hond, waarin eilandbewoners in aanraking komen met drie aangespoelde migrantenlijken. Bij zijn laatste bezoek aan Gent gingen we met Claudel in gesprek.

Cynan Jones (Wales, 1975) is de auteur van vier korte romans en een verhalenbundel. Zijn debuut The Long Dry (2006) is, als laatste van zijn werken, vertaald als De lange droogte (Koppernik). Het boek beslaat een krappe honderd pagina’s, met veel witruimte. Onze redacteur spreekt Jones in Den Haag, waar hij is om op te treden op Crossing Border.

Waar de Amerikaanse romanschrijver Richard Powers (1957) in eerder werk reeds stilstond bij genetica, artificiële intelligentie en virtuele realiteit, voegt hij met Tot in de hemel ecologie of zelfs ecologisme toe aan zijn wetenschappelijk georiënteerde oeuvre. Tijdens zijn bezoek aan Nederland in verband met Crossing Border gingen wij met hem in gesprek en vroegen naar de wel heel bijzondere protagonisten van zijn nieuwste roman.

Na een bezoek aan twee antiquariaten en een reisboekhandel, is het tijd voor een wel heel bijzondere onderneming: De Kinderboekwinkel. In 1975 openden Rietje en Guillaume Nivard deze parel aan de Rozengracht in hartje Amsterdam. Maar de toekomst is onzeker: de winkel staat te koop. In gesprek met manager Aby Hartog.

Édouard Louis (1992) werd geboren als Eddy Bellegueule en debuteerde op twintigjarige leeftijd met de bekroonde bestseller Weg met Eddy Bellegueule (2014). Onlangs verscheen alweer zijn derde roman, Ze hebben mijn vader vermoord, een aanklacht tegen de Franse staat en tegelijkertijd een liefdesbetuiging van een zoon aan zijn afgetakelde vader. Naar aanleiding van het verschijnen van dat boek gingen we uitgebreid in gesprek met een van dé literaire sensaties van de afgelopen jaren.

"We spreken over gister en vandaag, maar we laten de droom vaak buiten beschouwing, alsof die er niet toe doet." Abdelkader Benali's bevlogen persoonlijkheid sprak op Crossing Border een volle zaal toe en had ook even de tijd voor ons. We gingen in gesprek met Benali over zijn roman De weekendmiljonair, het belang van dromen en het belang van literatuur.

De Duitse Nora Krug moest vroeger op vakantie zeggen dat ze Nederlands was, om ongemakkelijke situaties te voorkomen. In haar graphic memoir Heimat maakt ze de schaamte die haar generatie nog altijd voelt zichtbaar en gaat ze op zoek naar haar familiegeschiedenis. We gingen er met haar uitgebreid over in gesprek.

Pepijn Lanen, ook wel bekend als Faberyayo van De Jeugd van Tegenwoordig en auteur van de verhalenbundel Sjeumig en zijn debuutroman Naamloos maakte samen met illustrator Floor van het Nederend de graphic novel Hotel Dorado. Karakters ging er met ze over in gesprek op de plek waar het boek haar oorsprong vond.

Alejandro Zambra (Santiago, 1975) wilde nooit schrijver worden, maar werd het toch. Intussen zijn we twintig jaar verder en publiceerde Zambra meerdere dichtbundels en romans en werd hij opgenomen in de Bogotá-39. Wij ontmoeten Zambra in een hotel in Utrecht en praten met hem over onder andere zijn laatstverschenen verhalenbundel Mijn documenten en zijn liefde voor muziek.

De grote commerciële ketens kennen we allemaal, maar er zijn zoveel bijzondere plekken waar je boeken op de kop kunt tikken. Om deze verborgen parels te ontdekken, gaat Karakters elke maand langs een kleine boekhandel met een mooi verhaal, bijzonder doel of jaloersmakende collectie. In de derde aflevering gaan we langs bij Reisboekhandel Evenaar.

De grote commerciële ketens kennen we allemaal, maar er zijn zoveel bijzondere plekken waar je boeken op de kop kunt tikken. Om deze verborgen parels te ontdekken, gaat Karakters elke maand langs een kleine boekhandel met een mooi verhaal, bijzonder doel of jaloersmakende collectie. In de tweede aflevering gaan we langs bij Boekhandel Roggen.

De grote commerciële ketens kennen we allemaal, maar er zijn zoveel bijzondere plekken waar je boeken op de kop kunt tikken. Om deze verborgen parels te ontdekken, gaat Karakters elke maand langs een kleine boekhandel met een mooi verhaal, bijzonder doel of jaloersmakende collectie. In de eerste aflevering gaan we langs bij Lampen en Boeken in Amsterdam.

Elfie Tromp werd na een lange relatie verlaten door haar grote liefde. Haar poëziedebuut Victorieverdriet, dat in mei 2018 bij De Geus verscheen, gaat over alle gevoelens die bij dat verlies kwamen kijken. 'We staan te weinig stil bij het feit dat rampspoed en teleurstelling een inherent deel van een leven zijn.'

Vier jaar heeft Viktor Hachmang (1988) gewerkt aan zijn beeldroman van Blokken, de dystopische klassieker van F. Bordewijk. In zijn woonplaats Den Haag gingen we met hem in gesprek over het maken van een beeldroman, de betekenis van Blokken en de vele verwijzingen naar de kunstgeschiedenis die hij verwerkt heeft in zijn versie van Blokken verwerkt heeft.