Leestijd:
Aleksandr Skorobogatov
“De manier waarop ik in het boek God opvoer, zou in Rusland overkomen als godslastering.”
Gesprek door Caroline Baetens
Foto: Jimmy Kets
De Wit-Russische Aleksandr Skorobogatov (Grodno, 1963) had al vroeg schrijversambities. Op zijn 19de stopte hij vervroegd zijn toneelopleiding aan het Wit-Russisch Staatsinstituut in Minsk om zich voltijds op schrijven te richten. Al snel stootte hij op de obstakels van het auteursleven in de Sovjetunie. Omdat zijn teksten door uitgeverijen als te ‘anders’ en politiek incorrect werden omschreven, zag hij zijn grote dromen een beetje instorten. Toch hield hij voet bij stuk. Hij zou zich niet conformeren om de zoveelste schrijver in de massa te worden. Na zijn opleiding aan het Gorki Instituut in Moskou werd zijn verhaal ‘De Beul’ gepubliceerd in het literaire tijdschrift Yunost. Na toneel- en schrijversopleidingen in Rusland, studeerde hij ook theologie in Parijs.
Skorobogatov verhuisde naar België en probeerde zich als anderstalige auteur een plaats te winnen in de Nederlandstalige literatuur. Toen hij zich kon aansluiten bij PEN Vlaanderen, zag hij zijn droom om te leven als voltijds auteur toch uitkomen. Na verhalen, essays, een toneelstuk, enzovoort, bracht hij in 1991 zijn eerste roman Sergeant Bertrand uit. Zijn debuut was meteen een prijstreffer: Yunost bekroonde het boek als ‘Beste roman van het jaar’. Het succes zette zich voort met romans als Cocaïne die in 2018 de Cutting Edge Award voor ‘Beste roman internationaal’ won.
In februari van dit jaar bracht Aleksandr Skorobogatov zijn zesde roman De wasbeer uit. Een tragisch, maar ook komisch, verhaal over een teder diertje waarin iedereen zich kan herkennen. Net als auteur blijft het diertje ervoor strijden om zijn grote dromen waar te maken. Door treurige ongelukken en toevalligheden blijken die dromen moeilijker bereikbaar dan gedacht. Als lezer moet je wenen en lachen tegelijkertijd met de tragikomische avonturen van de wasbeer. Misschien is die humor de remedie voor verdriet die De wasbeer tracht te bieden.
Karakters: Stel, wasberen bestaan niet.
Aleksandr Skorobogatov: Dan vrees ik dat mijn boek nooit geschreven zou zijn. Ik weet niet waarom het uiteindelijk een wasbeer geworden is. Het was zeker geen doordachte keuze. Toch krijg ik de waarom-vraag dikwijls. Dan begin ik allerlei nonsens te vertellen over de zachtheid van het diertje, maar als ik eerlijk ben, was er geen denkproces achter de wasbeer. Het kon even goed een ander klein dier geweest zijn. Je kan je de vraag stellen waarom Tolstoj kiest voor Anna Karenina en geen andere naam. Uiteindelijk heeft het lot bepaald dat het een wasbeer moest zijn. Het was het lot van de wasbeer dat hij in een romanvorm opgevoerd zou worden. Er was geen keuze of onderzoek naar wat het beste dier zou zijn om mijn verhaal te vertellen. Hij is per toeval ontstaan en is dan zijn eigen leven beginnen te leiden. Zo gebeurt dat meestal. Een personage eist zijn rechten op.
Het lot heeft bepaald dat het een wasbeer werd, maar een dier als hoofdpersonage zie je niet vaak in hedendaagse Nederlandstalige literatuur. Is dat anders in de Russische traditie?
De Russische traditie is er een van een enorme verscheidenheid. In Rusland is de literatuur begonnen met auteurs zoals Alexandr Poesjkin en Nikolaj Gogol. Ze werkten allebei in heel verschillende genres, van een kristalhelder, laconiek realisme tot sprookjes, fabels en magische vertelling. Bij ons kan kritisch realisme perfect bestaan naast literatuur van het irreële, het religieuze, de volksverhalen. Dat kan je magisch realisme noemen, maar ik hou niet van die term. Het is een label dat door critici wordt opgeplakt, maar het dekt de lading niet.
Niemand in het Westen beseft dat De wasbeer binnen hetzelfde genre is geschreven als De mantel van Gogol, namelijk skaz. Ik was me zelf niet bewust dat ik in skaz aan het schrijven was. In het Westen is het volledig onbekend. Op Wikipedia kan je er maar drie artikels over vinden die heel algemene kenmerken opsommen. Zo kan je wel ongeveer begrijpen waarover het gaat. Het verhaal wordt bijvoorbeeld verteld door een verteller, niet door de auteur zelf. Dat maakt alles in de tekst complexer en meer gelaagd, ook speelser. Maar omdat skaz in de Nederlandse literatuur niet gebruikelijk is, wordt de verteller meestal gelijkgesteld aan de auteur. Mijn verteller in De wasbeer zegt soms zeer maffe dingen, maar dat zijn woorden van een personage, niet van de auteur.
Als de Russische en Nederlandse literatuur zo verschillend zijn, neem ik aan dat je boeken ook anders worden onthaald bij ons dan in Rusland.
Nu ga ik mezelf tegenspreken. Onze traditie is rijker en wij schrikken niet van een roman als Cocaïne. Want we hebben auteurs als Gogol gehad en we hebben een traditie van absurdisme. In De neus van Gogol wordt een ambtenaar op een ochtend wakker zonder neus omdat die zijn eigen leven en carrière is begonnen als belangrijk ambtenaar in Sint-Petersburg. Toen ik dat als puber las, wist ik niet hoe dat te interpreteren, waar het precies voor stond. Je wilt het als lezer altijd proberen begrijpen. Maar er hoeft geen eenduidige interpretatie te zijn en iedereen kan en mag het op zijn eigen manier lezen en invullen. Als schrijver probeer je altijd iets te vertellen dat volgens jou van belang is voor jezelf of voor anderen.
‘Na 75 jaar van extreme ideologische censuur, is de hedendaagse Russische lezer wel preuts geworden. Hij is een beetje in een vierkant beginnen te denken.’
Maar na 75 jaar van extreme ideologische censuur, is de hedendaagse Russische lezer wel preuts geworden. Hij is een beetje in een vierkant beginnen te denken. Je kan dat zien aan de reactie op mijn roman Portret van een onbekend meisje. Het is een enorm zacht en teder verhaal over de eerste liefde. Toch veroordeelde een Russische criticus me voor het schrijven van porno. Ik was natuurlijk in alle staten dat zij bepaalde dat ik kinderporno had geschreven.
Door de huidige omstandigheden in Rusland valt De wasbeer nu niet te publiceren in het Russisch. De manier waarop ik in het boek God opvoer, zou overkomen als godslastering. Ook het spel met geestverruimende middelen in de roman is niet aanvaardbaar in Rusland. Momenteel is het verboden om daarover te schrijven. Zelfs wetenschappelijke boeken die geestverruimende middelen behandelen worden uit de boekhandel en uit de bibliotheek gehaald. Op dat vlak is Rusland momenteel terug in de middeleeuwen.
Er is dus eigenlijk een verschuiving van goed onthaal dankzij de rijke literaire traditie, naar slecht onthaal dat zich weerspiegelt in de censuur van vandaag?
Inderdaad. In het begin had je een fase van censuur. Toen waren teksten zeer eentonig. Het was propaganda vermomd als literatuur. In de jaren negentig kwam er een korte periode van ommekeer. Boeken die vroeger verboden waren, werden toen gepubliceerd. Anderzijds kwamen er ook thrillers en misdaadromans uit, en pornografische of quasi-pornografische boeken. Maar de kracht van de Kerk werd steeds groter. Het behoudsgezinde en het conservatisme werd steeds meer zichtbaar. Dat zorgt nu opnieuw voor een periode van censuur. Films en boeken waarin scheldwoorden worden gebruikt, worden verboden. Als ze toch nog in winkels terechtkomen, moeten ze verpakt worden zodat ze minder opvallen. We keren terug naar een tijd van minder vrijheid.
Ik las in je boek veel verwijzingen naar de Russische cultuur en literatuur. Zijn die problematisch in Rusland?
Ja. Rusland beschouwt zich als een heilig land met de Russen als een diepgaand, spiritueel volk, behoeders van het wereldgeweten. Dus daar mag je niet de spot mee drijven. Als je dat wel doet, ben je een volksverrader. Zo heb ik dat begrepen. Al vind ik mezelf geen verrader.
In hoeverre is je boek waardevoller voor een lezer met veel literatuurkennis?
Ik denk niet dat het waardevoller is, maar eigenlijk weet ik het niet. Er zijn verschillende lagen in een boek, dus kan je het op verschillende manieren lezen. Als een lezer zijn tijd neemt, kan hij veel nuances opmerken. Maar het is ook mogelijk om het als een gewoon verhaal te lezen.
‘Ik krijg vaak de vraag wie mijn ideale lezer is. Uitgevers zijn zeer begaan met de vraag of een gewone lezer het allemaal zal kunnen begrijpen.’
Ik krijg vaak de vraag wie mijn ideale lezer is. Uitgevers zijn zeer begaan met de vraag of een gewone lezer het allemaal zal kunnen begrijpen. Maar ik ben niet de eerste auteur die zich ergert aan de angst van de uitgever.
Voor mij zijn er twee soorten lezers. Aan de ene kant is er de rigide lezer. Hij weet hoe een boek geschreven moet zijn, maar kan niet meer volgen wanneer een verhaal afwijkt van het normale schema. Hij vergelijkt het met het boek dat hij gisteren las. Als het boek dat hij vandaag leest hem niet op dezelfde manier ontroert als het boek van gisteren, kan hij dat niet plaatsen. Aan de andere kant heb je de flexibele lezer. Die is bereid om op avontuur te gaan. Hij stelt geen eisen en staat open voor het verhaal dat een boek wil vertellen. Op dat moment ontstaat een dialoog tussen het boek en de lezer. Veel professionele lezers, critici en uitgevers, zijn die flexibiliteit verloren. Ze zeggen hoe een boek zou moeten zijn en schrijvers mogen daar niet van afwijken.
Een flexibele lezer kan de verscheidenheid van de Russische literatuur aan. Die verscheidenheid zit ook in één auteur. Poesjkin schreef niet alleen perfect realistische teksten, maar ook sprookjes en zelfs controversiële, onzedige stukken. Hij is een genie en een genie kan met die verscheidenheid spelen. Een flexibele lezer kan Poesjkin als realist, sprookjesverteller en foute schrijver aan, maar een rigide lezer kan alleen lezen wat in zijn systeem past. Ik ga dus voor een flexibele lezer. Ik ben er zeker van dat die zijn weg vindt in De wasbeer.
Het lijkt alsof je je niet wil aansluiten bij een bepaald genre. Schrijf je een boek zonder te denken aan een genre?
Ik denk inderdaad nooit aan een genre. Ik schrijf het liefst zeer verschillende romans. Dat is niet uniek voor mij. Poesjkin en Gogol werkten ook met heel erg verschillende genres. Je kan in één auteur alles vinden. Vladimir Nabokov heeft niet alleen de controversiële Lolita geschreven, maar ook een surrealistische, absurdistische roman, Uitnodiging voor een onthoofding, en ook extreem realistisch proza als Geheugen spreek. Het is niet mijn beslissing om een bepaald genre te schrijven. Het overvalt mij.
Het liefst denk ik ook niet aan een plot. Als ik al weet wat er gaat gebeuren, word ik het beu. Je bent met een roman makkelijk drie tot vijf jaar bezig. Het einde al kennen is een ondraaglijke last voor mij. Als flexibele schrijver leg ik mijn wil niet op aan de personages. Een boek is een levend wezen, een wereld waarin de personages leven. Als je probeert niet in te grijpen, maar gewoon schrijft wat je ziet, komt het uiteindelijk wel goed. Op een bepaald moment weet je waarom de personages bestaan en dan krijgt hun wereld zin. Tot dat moment is het schrijven zeer moeilijk.
De toevallige structuur is dus ontstaan uit een associatief schrijfproces. Maar hoe bepaal je dan voor jezelf wanneer het verhaal echt af is?
In het geval van De wasbeer was dat zeer moeilijk. Voor het eerst zat ik achter de computer te lachen om mijn eigen grappen en verzinsels. Ik had het boek al enkele keren eerder afgerond. Maar de wasbeer eiste zijn plek op, dus was het verhaal nog niet gedaan. Je wilt altijd doorgaan, maar ergens moet er een einde komen. Ik kreeg het gevoel dat het genoeg geweest was, dat het zijn logische einde bereikt had. De wasbeer blijft natuurlijk altijd leven, maar ik weet niet wat er nu in zijn wereld gebeurt. De wasbeer is onsterfelijk, dus is het echte einde eigenlijk nooit bereikt. Mijn afronding is maar een nep einde.
Als lezer herken je je ook in het personage van de wasbeer. Op de achterflap van het boek staat zelfs te lezen dat hij een ‘kleine mens’ is. Op welke manier identificeer je jezelf met je wasbeer?
Je mag een auteur nooit gelijkstellen met zijn werk. Zeker in een verhaal als De wasbeer. Zelfs autobiografische proza is fictie. Het is wel waar dat elke auteur vanuit iets vertrekt dat hem eigen is. Goede literatuur ontstaat uit een gevoel dat je diep beroert. Een goed boek is niet zomaar ergens over geschreven. Als het je als auteur geen pijn doet of ondersteboven haalt, dan blijft het zeer kunstmatig.
De wasbeer is een ‘kleine mens’. Dat is een van de kernthema’s van de Russische literatuur: de kleine, kwetsbare mens die de hele wereld tegen zich heeft, maar toch blijft strijden. Dat zie je ook in De mantel van Gogol.
Natuurlijk zit er iets van mij in de wasbeer, zoals er ook iets van jou in zit. Maar het is zeker geen autobiografie. Ook ik heb altijd van die onnozele, onbereikbare dromen gehad zoals de wasbeer. Die dromen hebben me door het leven geholpen, maar hebben ook veel kapot gemaakt. Verschillende lezers zeiden me dat ik een roman over hen heb geschreven. Mensen herkennen zichzelf in het verhaal van de wasbeer. Hij krijgt soms extreme klappen, maar hij blijft vechten. Hij geeft nooit op. Dat is waar het om gaat in het leven.
Je wasbeer maakt zeer veel tragische tegenslagen mee, maar hij blijft vechten. Je krijgt als lezer medelijden met hem. Toch is het geheel overgoten met humor en ironie. Denk je dat dat de beste manier is om met tragiek in het leven om te gaan?
Ja. Je kan natuurlijk ongelofelijk huilen met alles wat je overkomt, maar zo eindig je aan de antidepressiva of in een psychiatrische instelling. Waarschijnlijk moet je soms wel eens huilen. Al kan ik de momenten waarop ik heb gehuild op één hand tellen, want ik ben opgevoed met het idee dat jongens niet huilen.
In het geval van Cocaïne werd de humor voor veel mensen onduidelijk. Het was een tragisch verhaal over je plek in het leven zoeken: een schrijver wordt in zijn vaderland als verrader bekeken, maar wordt ook niet aanvaard in het Westen. Hoe ik alles lachend verwoordde, werd niet begrepen. Het werd gelezen als een grap in plaats van als een tragisch verhaal.
Ik zou me bij De wasbeer kunnen focussen op zijn tragiek en samen met hem huilen. Maar ik heb gekozen om te lachen en een grappig verhaal te vertellen. Je kan een tragisch verhaal al huilend of al lachend vertellen. Het tweede kan je lezer misleiden. Maar ik heb die keuze gemaakt. Ik heb het liever zo.
Je hebt ook theologie gestudeerd. Denk je dat die humor mensen vandaag hoop biedt, zoals religie dat ook kan doen?
Ik heb zelf twee depressies meegemaakt die ontstaan zijn uit schuldgevoelens. Het is beter om te lachen. Ik heb altijd voor mijn eigen ongeluk gezorgd. Maar ik kan mezelf terugvinden in wat je zegt. Geef jezelf hoop in plaats van jezelf de grond in te boren. Al weten we niet waar we naartoe gaan, we moeten blijven zwemmen op de oppervlakte van het leven. Of ten minste blijven spartelen. Als we klagen over hoe moeilijk het is, beginnen we te zinken.
Humor helpt je zwemmen?
Ja. Niet dat ik een optimist ben, absoluut niet zelfs. Ik denk dat het altijd veel slechter kan en dat geeft hoop.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief, blijf op de hoogte en win de mooiste boeken
Je ontvangt tweewekelijks een mail met de nieuwste artikelen, relevante boekentips en exclusieve winacties
Meer lezen over Aleksandr Skorobogatov?
Aleksandr Skorobogatov woont en werkt al sinds 1992 in België. Skorobogatov is getrouwd met Rosemie Vermeulen die instaat voor de vertalingen van zijn boeken uit het Russisch naar het Nederlands.
Vanaf de publicatie van zijn eerste verhaal in 1989 verwierf Aleksandr Skorobogatov een zekere populariteit in Rusland, maar zijn onconventionele manier van schrijven botste ook op weerstand. In 1991 werd zijn debuutroman Sergeant Bertrand in de Sovjet-Unie in hoge oplagen gepubliceerd, zij het aanvankelijk wel in een gecensureerde versie. Een Nederlandse vertaling verscheen bij Dedalus. Met zijn debuutroman bereikte Aleksandr Skorobogatov ongeveer een miljoen lezers.
Het werd al aangehaald, maar De wasbeer is reeds de zesde roman van Aleksandr Skorobogatov. Naast Sergeant Bertrand verschenen ook nog Audiëntie bij de vorst (1994), Aarde zonder water (2002), Cocaïne (2003) en Portret van een onbekend meisje (2008).
Aleksandr Skorobogatov is lid van de Vlaamse afdeling van PEN International samen met onder anderen voorzitter Erik Vlaminck, Carmien Michels, Bart Moeyaert, Saskia De Coster en Stefan Brijs.
Het is al enige tijd geleden, maar in 2016 was Aleksandr Skorobogatov te gast bij Touché op Radio 1. Met presentatrice Friedl’ Lesage ging Skorobogatov toen in gesprek over wat hem raakt. De volledige uitzending is hier terug te luisteren.
Een afsluitend weetje: het Gorki Instituut waar Skorobogatov zijn opleiding genoot, bevond zich in precies hetzelfde gebouw dat in Michael Boelgakovs De meester en Margarita omschreven wordt als ‘het schrijvershuis’. Toch was het lezen van De meester en Margarita verboden in het instituut. Alleen romans als Aantekeningen van een jonge arts mochten er gelezen worden omdat die de decadentie en verslaving van het individu beschrijven.