
Telkens als Émile Zola een nieuwe roman voltooide, zond hij met trots een exemplaar naar zijn trouwe jeugdvriend, de kunstenaar Paul Cézanne. Naar goede gewoonte deed hij dat ook na de publicatie van Het meesterwerk, een boek waarin hij de treurige lotgevallen van de fictieve kunstschilder Claude Lantier vastlegde. Tot zijn grote ergernis ontdekte Cézanne dat het levensverhaal van de gefaalde artiest in de roman hem wel heel erg bekend voorkwam. Zijn woede was niet ongegrond: de gelijkenis tussen zijn eigen leven en dat van het hoofdpersonage in Het meesterwerk is inderdaad onmiskenbaar. Daardoor ontstond een conflict tussen Cézanne en Zola dat uiteindelijk de doodsteek betekende voor hun vriendschap. Naar aanleiding van de Nederlandse heruitgave van Het meesterwerk doken we dieper in het verhaal.

Dat ledigheid des duivels oorkussen is, daarmee moest je bij Albert Cossery niet komen aanzetten. De in Parijs wonende Egyptische schrijver was immers een groot voorstander van nietsdoen, tenminste als dat niksen welbesteed was. Daarmee bedoelde hij dat het moest stemmen tot nadenken. Levenskunst ging voor hem namelijk hand in hand met reflectie en spirituele ontwikkeling. Een veelschrijver was Albert Cossery dan ook niet. In zestig jaar tijd heeft hij een verhalenbundel en zeven romans uitgebracht. In dit artikel laten we je nader kennismaken met de onthechte schrijver, die vol overgave het genot van de ledigheid bezong.

In 1954, op haar achtentwintigste, haalde Ingeborg Bachmann (1926-1973) de cover van het invloedrijke weekblad Der Spiegel, waarmee haar faam als ‘diva van de dichtkunst’ in Duitsland en Oostenrijk werd bevestigd. Twee jaar later meende ze de geheimen achter het schrijven van goede poëzie grotendeels te doorzien en koos ze voor proza om zich uit te drukken. Eerst schakelde ze over op verhalen en vervolgens werkte ze aan haar romancyclus ‘Doodsoorzaken’, die ze door haar onverwachte overlijden in 1973 evenwel niet voltooide. Gedreven door haar hunkering naar woorden die haar verankerden in de wereld, voerde ze haar hele leven lang eveneens bevlogen briefwisselingen. Samen met Marlen Haushofer en Nobelprijswinnares Elfriede Jelinek geldt Ingeborg Bachmann tot op vandaag als een van de grootste naoorlogse schrijfsters van Oostenrijk. In dit portret krijg je een inkijk in het leven van deze gepassioneerde (brief)schrijfster.

Waarom zou je de drieduizend pagina's tellende cyclus Op zoek naar de verloren tijd van Marcel Proust moeten lezen? Om de zoveel tijd worden we geconfronteerd met cijfers die aangeven dat er steeds minder gelezen wordt. Een vaak aangehaalde verklaring hiervoor is dat het lezen van een roman een bepaalde concentratie vraagt en dat we vandaag de dag net die concentratie steeds minder kunnen opbrengen. Zo verwees schrijver Ilja Leonard Pfeijffer in een column voor HP/De Tijd naar een onderzoek dat uitwees dat de gemiddelde concentratiespanne van een mens sinds de introductie van de smartphone is gedaald tot acht seconden. Gelukkig hoeft de “massale concentratiestoornis” waar Pfeijffer op wijst niet te betekenen dat de literatuur nu definitief op haar einde loopt. Integendeel. Net in een tijd waarin de concentratie zoek raakt, blijkt literatuur bijzonder waardevol.

Sinds de coronacrisis weten we wat afzondering in tijden van quarantaine met ons doet. Een schrijfster die het thema van (zelf)opgelegd isolement al meer dan een halve eeuw geleden tot het hare maakte, is de Oostenrijkse Marlen Haushofer (1920-1970). Een geschikt moment dus om haar leven en werk – waaronder haar bekendste roman De wand – onder de loep te nemen.

De Australische auteur Gerald Murnane vierde dit jaar niet alleen zijn eenentachtigste verjaardag, maar ook zijn internationale doorbaak. Maar waar komt die plotse doorbaak vandaan en waarom hebben we nooit eerder gehoord van deze schrijver wiens carrière bijna een halve eeuw omhelst, een oeuvre van meer dan vijftien romans bij elkaar schreef en intussen zelfs regelmatig genoemd wordt als een potentiële Nobelprijskandidaat? Met Karakters doken we in het leven van een auteur die al veel eerder op ons netvlies had moeten staan.